zondag 11 juli 2010

Protest tegen het luiden.

Of onze pastoor van plan is vanavond de klok te luiden, weet ik niet en het hoeft ook niet voor mij.

Te lang heeft de Kerk gemene zaak gemaakt met de wereldlijke macht. En juist nu daar een eind aan is gekomen, zou ze zich weer inlaten met de machthebber die het voetbal op dit moment is.

Het is trouwens een vergeefse poging om het geluid van de Kerk weer te laten horen. Het klokgelui zal niemand opvallen in de orkaan van vuvuzelagetoeter en alcoholgerelateerd gelal. De marginale positie van de Kerk binnen de samenleving zal hierdoor alleen nog maar pijnlijker duidelijk worden.

De Kerk moet zich niet aansluiten bij het gebral van de meerderheid, maar zich inzetten voor hen die in stilte lijden. Daarom roep ik op tot tweemaal drie kwartier gebed, eventueel met verlenging en strafschoppen, uit solidariteit met hen die om welke reden dan ook niet van voetbal houden.

Eigenlijk had ik een oproep willen doen om hiervoor kerken ter beschikking te stellen, maar er zal geen koster te vinden zijn die de kerk open wil maken en een oogje in het zeil wil houden. En de pastoor wil zelf natuurlijk ook naar het voetballen kijken.

Die pastoors kunnen echter wel iets anders doen. Zoals ik al stelde, heeft de Kerk bij het klokgelui geen baat. Daar zitten de mensen echt niet op te wachten. We moeten een voorbeeld nemen aan bedrijven. Een energiebedrijf geeft gratis energie weg. Een kruidenier beesies die de mensen aan hun kinderen kunnen geven zodat ze ophouden met zeuren om die beesies.

De Kerk heeft ook iets waar de mensen iets aan hebben. Ik stel voor om, als Nederland wint, elke Nederlander een volle aflaat te geven. Dat is gemakkelijk uit te leggen: het is zoiets als het kwijtschelden van je gele kaarten zodat je toch aan de finale mee kunt doen.

Niet dat ik verwacht dat er veel mensen onmiddellijk van onder de indruk zullen zijn. Maar als straks het laatste fluitsignaal voor hen heeft geklonken, zullen ze er de Kerk dankbaar voor zijn.