Was Jezus nu wel of niet goddelijk? Volgens Arius, een priester die eind derde begin vierde eeuw in Alexandrië leefde, stond Jezus wel dichter bij God dan enig ander schepsel, maar was hij in wezen niet gelijk aan Hem.
Die stelling had ernstige consequenties want dat betekende dat de verlossing die Jezus had gebracht uiteindelijk maar mensenwerk was. De denkbeelden van Arius ontmoetten dus veel tegenstand van andere theologen. Om aan die verdeeldheid een einde te maken riep keizer Constantijn de Grote in 325 het concilie van Nicea bijeen.
Uitkomst van de discussie was dat Jezus één in wezen is met de Vader, geboren niet geschapen, vóór alle tijden geboren uit de Vader. We kennen de formuleringen nog steeds uit de geloofsbelijdenis van Nicea die tot op de dag van vandaag wordt uitgesproken.
Maar na het concilie ging de discussie door. Het Arianisme gaf zich niet zo gemakkelijk gewonnen. Er volgen meer concilies en die verwierpen de uitspraak dat de Vader en de Zoon één in wezen waren. Pas tijdens het concilie van Constantinopel in 381 werd de formulering van Nicea definitief.
Toen ook werden alle concilies die sinds Nicea waren gehouden, ongeldig verklaard, want die hadden de dwaalleer van het Arianisme verkondigd.
Dat is een mooie opsteker voor degenen die hetzelfde willen doen met het Tweede Vaticaans Concilie. Het is al eens eerder vertoond! Weg met de verzinsels van theologen als Schillebeeckx, Bekkers, Alfrink, Suenens, König, Montini, Woytiła en Ratzinger.