woensdag 30 december 2009

Rel in kerk

Het was een zaterdagavond. Ik was zeven jaar en ik was met mijn vader naar de kerk gegaan. De kerk zat helemaal vol.

Plotseling riep achterin de kerk iemand iets. De kapelaan gaf antwoord en de hele kerk applaudisseerde. Daarna riep de man weer iets en een klein groepje rond hem stemde met handgeklap in.

Zo’n jaar of dertig later vond ik in een archief het Dagblad De Stem uit 1968. Daarin trof ik een artikeltje aan over deze gebeurtenis: ‘Rel in kerk’, was de kop. Toen pas werd het me duidelijk waar het om gegaan was.

De kapelaan had zich tijdens zijn preek uitgesproken tegen een eventuele veroordeling van Edward Schillebeeckx. Die was toen juist voor de eerste keer in Rome ter verantwoording geroepen. Tegen die uitspraak van de kapelaan had een klein groepje behoudende katholieken geprotesteerd, maar de overgrote meerderheid van de kerkgangers had zich achter de hem en dus achter Schillebeeckx geschaard.

Ik begon me af te vragen wat die honderden mensen precies van de kwestie hadden geweten. De afgelopen dagen is weer herhaaldelijk gewezen op de ondoorgrondelijkheid van de boeken van Schillebeeckx. Wat bewoog al die buurtgenoten van mij om hem een staande ovatie te geven? En waarom zijn de meesten in de jaren daarna een voor een de kerk uitgelopen om er nooit meer terug te komen?

Schillebeeckx was een symbool van de vernieuwing van de Kerk in de jaren zestig. Daar kon die man die bij ons in de kerk een ‘rel’ schopte niet tegenop. Hij was lang en mager, droeg altijd een zwart kostuum en een lange zwarte regenjas en hij had een bleek gezicht, net zoals de doodgravers uit de strips van Lucy Luke. Hij bestookte de bisschop en het Vaticaan met brieven waarin hij opsomde wat er allemaal niet deugde in het bisdom. Op het kantoor waar hij werkte, voerde hij een eenzaam achterhoedegevecht tegen minirokken en hotpants. Zo probeerde hij de geest van de nieuwe tijd terug in de fles te krijgen.

Dat wilden die mensen in de kerk in ieder geval niet meer: terug naar de bekrompenheid van nog maar enkele jaren daarvoor. Kardinaal Simonis zei het laatst nog in een interview met Avvenire: het christendom in Nederland was mogelijk te sterk gekenmerkt door rigide moralisme.

Ze wilden zelf keuzes maken: wat ze deden, wat ze aantrokken en of ze al dan niet naar de kerk gingen. Binnen enkele jaren zouden de meesten besluiten niet meer naar de kerk te gaan. Net als menig kapelaan trouwens.

vrijdag 18 december 2009

Het oude bisdom Roermond: gewoon of uitzonderlijk?

In de zestiende eeuw hielden niet alle priesters in het bisdom Roermond zich aan het celibaat. Dat dit geen nieuws is, betoogde ik al eerder. P.W.F.H. Hamans, die het deel over de periode van 1559 tot 1801 schreef van het boekwerk over de geschiedenis van het bisdom Roermond, constateert ook dat er rond 1559 van alles mis was in het nieuwe bisdom.

Maar van grootschalige schending van het celibaat was er volgens Hamans geen sprake. Volgens hem overdreef de eerste bisschop van Roermond, Wilhelmus Lindanus (1525-1588) toen hij zei dat van de tweehonderd pastoors er slechts zes het celibaat onderhielden. Dat was in 1570, toen hij nog geen twee jaar in Roermond was.

Hamans wijst erop dat er in die tijd nog geen honderd pastoors in het diocees werkzaam waren en dat Lindanus blijkbaar nog niet goed op de hoogte was. In zijn toespraak voor de diocesane synode die dat jaar plaatsvond, sprak hij andere taal. “De mildheid waarmee de bisschop hier sprak, getuigt niet van grootschalige misstanden inzake geloof en zeden bij de clerus", schrijft Hamans.

Daarmee zou Roermond een uitzondering zijn, want elders was het heel gewoon dat een priester een vrouw had. In het bisdom Luik werden er voortdurend boetes opgelegd aan priesters vanwege schending van het celibaat, maar dit werd beschouwd als een soort belasting en niet als een straf.

Misschien besefte Lindanus dat het niet mogelijk was om een mentaliteit die zo diep geworteld was meteen met wortel en tak uit te roeien. Dat begrip legde hij ook aan de dag als het ging om het bezoeken van feesten door priesters. Eigenlijk mocht dat niet, maar de bisschop had er begrip voor dat een pastoor nu eenmaal sociale verplichtingen heeft. Maar ze moesten het dan wel bij een kort bezoek laten en desnoods met een smoesje vertrekken als het te laat dreigde te worden.

Ook de opvolger van Lindanus hamerde op het onderhouden van het celibaat. Pas in 1615 kan de bisschop van Roermond in zijn ad-liminabrief schrijven dat alle priesters zich aan het celibaat hielden. Hamans schrijft: “Na het Concilie van Trente groeide inderdaad een geestelijke stand die zich meer dan in de Middeleeuwen ervan bewust was dat priesters zielzorgers waren die verantwoordelijkheid droegen voor het heil van de gelovigen. Daarbij behoorde een spiritualiteit waarin de schending van het celibaat niet paste.”

Dat was inderdaad een geleidelijk proces en in dat opzicht is het bisdom Roermond geen uitzondering.

R. de la Haye en P. Hamans (red.) Bisdom langs de Maas. Geschiedenis van de kerk in Limburg Maastricht: Uitgeverij TIC, 2009. ISBN/EAN 978-90-78407-57-7

dinsdag 8 december 2009

Het raadsel Servatius

Gaat Sint Servaas Sinterklaas achterna? Uit het ANP-bericht waarover ik eerder de staf brak, blijkt ook dat de auteurs van de geschiedenis van het bisdom Roermond twijfelen aan het bestaan van de heilige die Maastricht tot een bedevaartsoord maakte.

Servatius dankt zijn reputatie geheel en al aan bisschop Monulfus van Maastricht, die leefde aan het eind van de zesde eeuw. Dat stelt de auteur van het eerste deel van het boek over de voorgeschiedenis van het bisdom Roermond, Régis de la Haye. Monulfus vernam dat de bevolking van de stad een zekere Servatius vereerde die de eerste bisschop van Maastricht zou zijn geweest en die begraven lag op het oude Romeinse grafveld even buiten de stad, het tegenwoordige Vrijthof.

Monulfus voorzag vervolgens Gregorius van Tours van informatie over Servatius, die hij verwerkte in zijn kroniek. De oudste informatie over Servatius zou dus afkomstig zijn van Monulfus. “Zonder Monulfus zouden wij nooit van Servatius gehoord hebben, en nooit geweten hebben dat hij had bestaan. Het is Monulfus die Sint Servaas heeft ‘gemaakt’. Met andere woorden, Servatius is een pure creatie van Monulfus.”

Overigens staat het wel vast dat er een bisschop Servatius van Tongeren is geweest en dat op een zeker moment de bisschopszetel van Tongeren naar Maastricht is verplaatst. Maar volgens De la Haye hoeft deze Servatius niet dezelfde te zijn als de Servatius uit de verhalen van Monulfus.

Bovendien wordt Servatius van Tongeren genoemd in de jaren tussen 343 en 359. Volgens De la Haye is er geen bewijs dat er toen al in Maastricht christenen woonden. De oudste grafstenen uit die stad die verwijzen naar het christelijke geloof dateren uit het begin van de vijfde eeuw.

Met zijn inleiding zet De la Haye de toon voor deze geschiedenis van het bisdom Roermond: geen gespeculeer, de feiten staan voorop. Maar we hoeven Servatius niet helemaal naar het rijk der fabelen te verwijzen.

De Maastrichtenaren moeten een bijzondere devotie hebben gehad voor de man die daar op dat oude grafveld begraven lag. In die tijd was de aanwezigheid van de stoffelijke resten van iemand die als heilig werd beschouwd, voldoende om een langdurige cultus op gang te brengen. Er moet daar dus wel een bijzondere persoon hebben gelegen.

Dat hebben ze trouwens geweten in Maastricht: nadat bisschop Lambertus in 705 op zijn landgoed bij Luik was vermoord, werd zijn lichaam daar bijgezet. Dat betekende feitelijk de verplaatsing van de bisschopszetel van Maastricht naar Luik, toen nog een gehucht, maar binnen een eeuw een stad die Maastricht overvleugelt.

R. de la Haye en P. Hamans (red.) Bisdom langs de Maas. Geschiedenis van de kerk in Limburg Maastricht: Uitgeverij TIC, 2009. ISBN/EAN 978-90-78407-57-7.

zondag 6 december 2009

Nee hè, niet weer het celibaat

‘Limburgse priesters lapten celibaat aan laars’, kopte het Brabants Dagblad naar aanleiding van het verschijnen van het boek ‘Bisdom langs de Maas’ over de geschiedenis van het bisdom Roermond. Dat priesters zich in de zestiende eeuw niet allemaal aan het celibaat hielden, is helemaal geen nieuws. Het zou zelfs bijzonder zijn geweest als de ‘Limburgse’ (om dit anachronisme toch maar even te gebruiken) priesters dat wel zouden hebben gedaan.

Dit ANP-bericht dat de redactie Geestelijk leven van het Brabants Dagblad heeft overgenomen zonder het boek zelf te lezen, doet onrecht aan dit werk dat ruim 700 pagina’s telt en dat de geschiedenis vertelt van het christendom in het huidige bisdom Roermond. De komende tijd zal ik proberen om het werk serieus onder de loep te nemen.

“Het katholieke geloof is de belangrijkste factor die de Limburgers door de eeuwen heen heeft verbonden.” Lees ik op de achterflap. Maar dat geloof verbindt eigenlijk een groot deel van de Europeanen met elkaar. Limburg is toch eigenlijk een negentiende-eeuwse constructie, in het leven geroepen door het Congres van Wenen en de Belgische afscheiding? Binnenkort meer over dit boek. Gun me even de tijd: ik zal het namelijk wel gaan lezen.

R. de la Haye en P. Hamans (red.) Bisdom langs de Maas. Geschiedenis van de kerk in Limburg Maastricht: Uitgeverij TIC, 2009. ISBN/EAN 978-90-78407-57-7.

zaterdag 14 november 2009

De priester: geleerd of geïnspireerd?

Moet een priester een academische opleiding hebben? Is het niet voldoende dat hij een inspirerende herder is? Volgens mij kan een priester, en overigens ook een diaken of een pastoraal werker, die in een parochie werkt niet zonder een opleiding op minstens HBO-niveau.

Daarbij denk ik aan de situatie waarin zo'n priester tegenwoordig terecht komt: onder kritische parochianen die hem bijvoorbeeld vragen hoe het zit met God die de wereld schiep of scheidde? Als mensen zoiets in de krant lezen, dan verwachten ze dat een geestelijke daar iets zinnigs over kan zeggen. Een priester die dat niet kan, raakt zijn gezag kwijt.

Zoiets gebeurde er ook in de zestiende eeuw: steeds meer mensen konden lezen en begonnen kritische vragen te stellen aan de clerus. Mensen leerden Latijn en merkten dat ze beter uit de voeten konden met die taal dan sommige priesters. Dat leidde er uiteindelijk toe dat de opleiding van de priesters werd verbeterd.

Van de H. pastoor van Ars is inderdaad bekend dat hij moeite had met filosofie en Latijn, maar hij was natuurlijk een uitzonderlijke figuur in uitzonderlijke tijden.

dinsdag 27 oktober 2009

Stukje katholiek erfgoed Oudenbosch behouden

Twee jaar geleden zorgde de gemeente Halderberge bijna voor een primeur: ze gaf toestemming voor de sloop van een rijksmonument. Het ging om een zo op het eerste gezicht weinig bijzonder pand tegenover de basiliek in Oudenbosch. De benedenverdieping was zelfs grotendeels verdwenen om een doorgang te maken voor het verkeer. Het gebouw uit 1840 is het oudste deel van het complex van de onderwijscongregatie van St. Louis.

BN/De Stem meldt nu dat het gebouw behouden blijft. Dat is een overwinning voor monumentenorganisaties die deze zaak hoog opnamen: de gemeente had niet aangetoond dat de sloop noodzakelijk was. Op die manier zou een groot deel van het monumentenbestand in gevaar komen, verklaarde directeur J. van der Haagen van de bond Heemschut destijds in het Katholiek Nieuwsblad.

woensdag 14 oktober 2009

Mgr. Léonard had geluk

De bisschop van Namen, mgr. Léonard, en bisschop Van den Hende van Breda krijgen in de pers doorgaans het woordje ‘conservatief’ bij hun naam. Maar waar de Bredase bisschop achtervolgd werd door de plaatselijke krant die nu eindelijk dit etiketje op hem heeft weten te plakken, kreeg zijn collega uit Namen een heel wat genuanceerdere benadering op de Vlaamse tv.

De makers van het programma ‘Hoge bomen’ kregen de gelegenheid hem gedurende enige tijd - weken, misschien wel maanden - te volgen. Ik viel halverwege in het programma, dus precies weet ik dat niet.

In ieder geval zagen we de bisschop in allerlei situaties: tijdens een priesterwijding, met pelgrims op reis in Rome, in het café met jongeren en tenslotte in een bejaardentehuis, waar hij de hoogbejaarde bewoners een beetje uit hun apathie kreeg door liedjes met ze te zingen.

Hij is een hartstochtelijk bestrijder van abortus, dat bleek ook weer tijdens deze reportage die geheel zonder commentaar werd uitgezonden. De kijker mocht zelf zijn oordeel proberen te vellen. Dat is veel beter dan wanneer de krant je een mening op probeert te dringen.

zaterdag 3 oktober 2009

Viering van woord en gebed in Laurentiuskerk

De jaarlijkse oecumenische viering in de Laurentiuskerk in Ginneken (Breda) zal dit jaar een viering van woord en gebed zijn. Het pastoresteam en het bestuur van de parochie hebben hiertoe besloten nadat bisschop Van den Hende erop gewezen had dat een gezamenlijke viering van eucharistie en avondmaal, zoals die de afgelopen jaren in de Laurentiuskerk plaatsvond, volgens de rooms-katholieke kerk niet is toegestaan.

Enkele parochianen hebben teleurgesteld gereageerd op het besluit. Zij zijn van mening dat Van den Hende hiermee de klok terugdraait. Ook elders in het bisdom klinken dergelijke geluiden. Onlangs nog nam diaken Van Kuyk ontslag bij de Vijfheiligenparochie in Made omdat hij vond dat de bisschop de touwtjes teveel aanhaalde.

Vicaris-generaal Schoenmakers van het bisdom Breda verklaarde desgevraagd dat een viering waarin protestanten en katholieken samen de communie ontvangen, volgens de katholieke kerk inderdaad niet toegestaan is. Daarom is voor een andere opzet van de viering besloten. Hij benadrukte dat het besluit in overleg met pastores en bestuur is genomen.

Zie ook de rubriek ingezonden brieven.

Bent u daar nog?

Dit saaie stukje zal zeker niet op de voorpagina van de krant komen en misschien sneuvelt het wel bij de eindredactie omdat een bericht over een aanrijding met twee lichtgewonden voorrang krijgt.

Wie interesseert nu wat een handjevol mensen op een avond in een kerk in Breda-Zuid doet en of ze er al dan niet brood bij gebruiken.

Je moet dat dus anders aanpakken: neem een ingezonden brief en zet een citaat hieruit boven het artikel: ”Bisschop waar bent u mee bezig”. Zorg vervolgens voor een dramatische lead:
“De Bredase bisschop Hans van den Hende heeft wederom gelovigen tegen zich in het harnas gejaagd met een verbod op een aloude traditie. Dit keer ging het om een gezamenlijke ‘viering van Gebed en Tafel’ van de R.K. Laurentiuskerk in Breda en de Laurentiuskerk van de Hervormde Gemeente die afgelopen zondag zou worden gehouden. De bisschop vindt in een reactie dat het ‘gezamenlijk vieren van eucharistie en avondmaal naar katholiek inzicht niet is toegestaan.’ Met andere woorden: de communie is alleen voor katholieken.
Eerder maakte de bisschop na tientallen jaren onder veel protest een eind aan de viering van de nachtmis in de Grote Kerk in Breda. Ook zijn er enkele pastors in het bisdom opgestapt vanwege hun angst voor een ‘insluipend katholiek conservatisme’.”


Laat hierbij niet uitkomen dat je je slechts op één bron baseert (een lid van de protestantse gemeente), gebruik suggestieve uitdrukkingen (‘wederom’, ‘in het harnas gejaagd’), let niet teveel op de feiten (nachtmis in de protestantse Grote Kerk gaat gewoon door, zij het zonder bisschop) en overdrijf een beetje (aloude traditie, enkele pastors die opgestapt zijn).

Prima werk: degene die dit geschreven heeft, kan als Wegener zijn regionale kranten nog verder gaat inkrimpen meteen bij Story terecht.

Rel in bisdom door journalistiek prutswerk

Er is weinig begrip voor het beleid van bisschop Van den Hende. Dat concludeert BN/De Stem uit een enquête die het bureau MWM2 hield onder 413 personen uit West-Brabant en Zeeland die aangaven katholiek te zijn. 61% van de ondervraagden vindt at het beleid van de bisschop niet meer van deze tijd is, 33% heeft geen mening over dit onderwerp. Uit andere vragen blijkt onder meer dat 72% vindt dat vrouwen priester moeten kunnen worden en dat 48% nooit naar de kerk gaat, 25% doet dat alleen met feestdagen.

De enquête werd gehouden naar aanleiding van het artikel dat een week eerder in dezelfde krant verscheen over het verbod dat de bisschop had uitgesproken over een gezamenlijke viering van eucharistie en avondmaal door protestanten en katholieken in een katholieke kerk in Breda. Zoals op de site van BN/De Stem te zien is, leverde dit veel reacties op en ook het bisdom en een aantal parochies hebben de afgelopen week de handen vol gehad aan het verwerken van brieven, e-mails en telefoontjes over dit onderwerp.

Voor een beter begrip van het beleid van de bisschop heb je verder weinig aan BN/De Stem. Het artikel van vorige week zaterdag was niet meer dan de weergave van een ingezonden brief van een lid van de protestantse gemeente, die bezwaar maakte tegen het verbod op de gezamenlijke viering van eucharistie en avondmaal. Voor de vorm werd een reactie gevraagd van het bisdom dat alleen maar kon bevestigen dat zo’n gezamenlijke viering volgens de rooms-katholieke kerk inderdaad niet kan. Twee vervolgartikelen – die door een andere journalist werden geschreven dan het eerste – en een heuse enquête moeten verhullen dat de hele rel slechts het gevolg is van journalistiek prutswerk.

maandag 28 september 2009

Polarisatie in bisdom Breda

Het is altijd een interessante ervaring om als journalist zelf nieuws te worden. Dat werd ik afgelopen zaterdag, zij het zijdelings.

BN/De Stem publiceerde een artikel over het verbod dat bisschop Van den Hende had uitgesproken tegen een gezamenlijke viering van eucharistie en avondmaal in de Laurentiuskerk in Breda. Nou ben ik toevallig lid van het parochiebestuur waar deze kerk onder valt.

Naar aanleiding van dit artikel en twee reacties die ik dankzij een twitter van Isidorusweb ontving, http://bit.ly/15vqfp http://bit.ly/E2FqN, kwam de vraag op of de polarisatie terug is in het bisdom Breda. Nu is het zo dat de achtereenvolgende bisschoppen de polarisatie hier redelijk binnen de perken hebben weten te houden. En ook nu is er meer sprake van een achterhoedegevecht dan van een confrontatie tussen twee vleugels binnen de kerk.

Zoals kardinaal Willebrands als zei: gezamenlijk vieren van de eucharistie is het doel van de oecumene. Voordat het zover is, moeten de katholieke en de protestantse kerk toenadering zoeken. Dat kan op vele manieren, alleen niet door eucharistie en avondmaal te combineren.

Dat is een redelijk argument en wat mij opviel, is dat de mensen, zoals die in BN/De Stem nu aan het woord komen, alle overleg afwijzen. Zelfs op een uitnodiging van de bisschop voor een gesprek gingen ze niet in. Deze mensen hebben zich rond 1970 ingegraven en willen nog steeds niet horen dat de oorlog voorbij is en dat er weer gepraat wordt.

Voor zover er zich polarisatie voordoet, is dat tussen de Kerk en groepen die, zoals BN/De Stem, zoeken naar argumenten om de Kerk als achterlijk en autoritair neer te zetten.

donderdag 24 september 2009

Suïcidaal of gedesoriënteerd?

De Nederlandse kerkprovincie van de jaren 1970-1990 doet me meer denken aan een schip in een storm waarvan de bemanning ruzie maakt over de te volgen koers dan aan een zelfmoordenaar. Wie zichzelf van kant wil maken, ziet het niet meer zitten. De bemanning van het schip van de Nederlandse Kerk daarentegen, zag heel goed welke kant het op moest. Alleen was dat volgens sommigen bakboord en volgens anderen stuurboord.

Alle vergelijkingen gaan mank en daarom is het beeld dat mgr. Edward Cassidy opriep van zijn tijd als pro-nuntius in Nederland toch wel een nadere beschouwing waard. Als voorbijganger - hij kwam in 1984 uit Zuidelijk Afrika en ging in 1989 naar Rome - zag hij hoe de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie een wel heel radicale interpretatie kregen in Nederland. Gezien vanuit de wereldkerk is het inderdaad een raar gezicht dat een groepje katholieken dat slechts een fractie van het totale aantal uitmaakt, denkt de koers voor de wereldkerk te kunnen uitzetten.

Dat perspectief is een ander dan dat van degene die de situatie in Nederland van binnenuit kent, zoals mgr. Bär. Hij herkent zich niet in het beeld dat de bisschoppen een gezonde kerk te gronde zouden hebben gericht. Je kunt niet ontkennen dat er grote verdeeldheid heerste onder de Nederlandse bisschoppen, maar dat heeft niet aan mgr. Bär gelegen.

De manier waarop de ontkerkelijking in Nederland zich binnen de rooms-katholieke kerk heeft ontwikkeld is bijzonder, maar de ontkerkelijking op zichzelf niet. Overal in Europa doet dat verschijnsel zich voor, ook in Vlaanderen, waar dit jaar maar vijf nieuwe priesterstudenten zijn. Ter vergelijking: de opleiding van het bisdom Haarlem-Amsterdam telt er dit jaar elf. Zo droog is de bedding van de Nederlandse kerk blijkbaar toch niet. Blijkbaar zijn de Nederlandse bisschoppen er toch in geslaagd hun schip door de storm te loodsen en weer op koers te krijgen.

maandag 7 september 2009

Interreligie

Anton de Wit trok weer ten strijde tegen de ‘interreligie’ van de ‘Kerk voor alle godsdiensten’. Het leverde een boeiende discussie op.

Dezer dagen wordt stilgestaan bij de honderdste geboortedag van kardinaal Willebrands, die zo belangrijk is geweest voor de oecumene. Maar zo’n kerk voor alle godsdiensten had hij maar niets gevonden, denk ik. Hij was voorstander van een werkelijke dialoog om tegenstellingen te overbruggen. Niet om ze te ontkennen.

Hij was dan ook tegen gemeenschappelijke avondmaalvieringen/eucharistievieringen van katholieken en protestanten: dat vond hij geen middel maar het uiteindelijke doel. Ook hier dus weer: de verschillen niet toedekken, maar bespreken.

vrijdag 4 september 2009

De ontvluchte non - update

Die ontvluchte non blijft me dwarszitten. Het verhaal over de vernederingen die ze in het klooster onderging, kloppen met beschrijvingen van bijvoorbeeld Karen Armstrong. Maar de biechtvader die haar wil verleiden en het doden van kinderen passen daar niet in. Deze doen me meer denken aan eeuwenoude anti-katholieke propaganda.

Op forum.archieven.org wijst iemand op het boek ‘De zwarte non’ van Maria Monk. In een eerdere bijdrage zien we hoe het boek ‘Mijn kloosterleven’, dat van dezelfde schrijfster is als ‘De ontvluchte non’, op Antiqbook werd omschreven als ‘vaguely reminiscent of “Tale of Maria Monk”’.

Dit boek verscheen in de negentiende eeuw in de VS en werd graag gebruikt door anti-katholieke bewegingen. Ook hierin komen de verhalen over de geile biechtvader en de vermoorde kindjes voor. Het boek bleek van a tot z verzonnen. In het Nederlands verscheen het als ‘De zwarte non’.

De ontvluchte non

Archiefonderzoeker Eric Hennekam heeft het boek ‘De ontvluchte non’ op internet gepubliceerd. Het boek kwam uit in 1923 en werd verboden wegens haatzaaien. Binnenkort zet hij de tweede, herziene, uitgave op het net. Vooral die tweede uitgave lijkt me interessant want die is kennelijk niet verboden en bevat dus waarschijnlijk informatie die niet als laster kan worden afgedaan.

Het is mooi dat Hennekam dit boek heeft opgespoord, want er zijn maar weinig ex-kloosterlingen die het hebben aangedurfd om wantoestanden in kloosters naar buiten te brengen. U ziet dat ik schrijf ‘in kloosters’. De Vpro maakt er op /geschiedenis meteen ‘in de kloosters’. Als ze in Amsterdam dossiers over de Noord-Zuidlijn kwijtraken, dan zou ik niet meteen spreken van wantoestanden in het archiefwezen.

Hennekam noemt ook nog een andere publicatie met soortgelijke inhoud uit het eind van de negentiende eeuw. Ook dat boek is moeilijk te vinden, dus hier een tip over een vergelijkbaar boek waarvan de vijfde druk nog steeds gewoon in de winkel ligt. Het gaat om ‘Door de nauwe poort’ (‘Through the narrow gate’) van Karen Armstong (uitg. De Bezige Bij Isbn 9789023427476).

Verder is er veel archiefmateriaal te vinden waarin de oorzaken van dit soort wantoestanden worden beschreven. Vooral na de Tweede Wereldoorlog gaan religieuzen zelf dit soort toestanden melden aan oversten en bisschoppen. Dit leidde ertoe dat de paus in de jaren vijftig opdracht gaf tot een grootschalige reorganisatie van het kloosterleven.

Waarom is over de aanpak van die wantoestanden zo weinig bekend? Daar zijn diverse oorzaken voor. Een daarvan is dat kloosters heel terughoudend zijn met het openstellen van hun archieven. Je weet maar nooit of je te maken hebt met een onderzoeker die slechts uit is op smeuïge verhalen of die slechts naar bewijzen zoekt die zijn afkeer van religie ondersteunen. Voor je het weet, ben je opgehangen met het touw dat je zelf geleverd hebt.

maandag 17 augustus 2009

De geallieerden en de shoah

De Dag trekt ten onrechte de conclusie dat ‘het Vaticaan’ de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog bekritiseert omdat ze te weinig hebben gedaan om de joden te helpen. Het gaat opnieuw om een mening die is geventileerd in de Osservatore Romano.

Ook De Dag verwijst naar de dagboeken van Henry Morgenthau. Dat is op zichzelf geen nieuws, want die zijn al jaren geleden gepubliceerd. Je hoeft maar naar Wikipedia te gaan om te lezen dat de joodse Amerikaan Henry Morgenthau jr. zijn regering verweet veel te langzaam te reageren op de noodkreten van de joden in het bezette Europa.

Toch is het van belang om hier nog eens op te wijzen: het plaatst de houding van paus Pius XII in perspectief. Als hij al geaarzeld heeft om op te komen voor de joden, dan geldt dat zeker ook voor de geallieerden.

zondag 16 augustus 2009

Derelinquivit me Observatrix

Observatrix volgt mij niet meer. En ik heb al zo weinig volgelingen op Twitter. Waarschijnlijk ben ik niet interessant genoeg. Of heb ik iets fout gedaan? Het zal mijn blog over het gregoriaans wel zijn. Ik schreef hoe ik een lezing van een Duitse professor had aangehoord, die de draak stak met sommige voorstanders van de Latijnse liturgie en van het gregoriaans, zonder dat ik hiertegen enig protest liet horen. O infirmitas animi mei!

En dat nu ik bijna was toegetreden tot de kring der orthodoxe katholieken die voorbeeldig trouw zijn aan de bisschoppen. Behalve natuurlijk als de mening van die bisschoppen afwijkt van wat de orthodoxen er zelf van vinden. Ik had Observatrix kunnen bijstaan in haar strijd tegen bisschop De Korte. Die heeft zich in een column in het Nederlands Dagblad, nota bene een ketters orgaan, uitgesproken tegen laster, kwaadsprekerij en suggestieve opmerkingen. Wat denkt die man wel? Straks gaat hij nog pleiten voor voorzichtigheid, gematigdheid en naastenliefde! Laat hem eerst maar eens zorgen dat in zijn bisdom de liturgische voorschriften tot op de letter en liefst in het Latijn worden nageleefd.

Maar voor mij is het te laat. Ik ben verbannen naar de buitenste duisternis. Ibi est fletus et stridor dentium. Op dit moment hoor ik nog geween en geknars van tanden, maar dat zal wel komen omdat het weekend is. Het lijkt hier verdorie wel de redactie van katholieknederland.nl. Vae mihi!

zaterdag 15 augustus 2009

Katholiek nieuws op het web: een gat in de markt?

Op 22 juli bracht www.katholieknederland.nl een bericht over een rapport van de bisdommen Rotterdam en Haarlem/Amsterdam en het bureau Belvedere. Het ging over herbestemming van kerkgebouwen.

Dit bericht kwam me erg bekend voor, want ik had ook al over dit rapport geschreven, maar dat was al op 5 januari van dit jaar. Katholieknederland.nl was er dus ruim een half jaar te laat bij. Na een dag of wat werd het bericht dan ook van de site gehaald.

Zo’n ongelukje kan gebeuren, maar het incidentje zorgde er wel voor dat ik de twitters van Peter van Zoest wat beter ging volgen. Hij zit erbovenop als er weer eens iets misgaat bij katholieknederland.nl en daar heeft hij het druk mee.

Hoewel ik katholieknederland.nl ook wel eens complimenten heb gemaakt, het mij ook op dat de site nogal eens wat nieuws miste en dat er anderzijds berichten te lezen waren, die nauwelijks verband hielden met de rooms-katholieke kerk.

Wat hier de oorzaak van is, weet ik niet. Peter van Zoest is beter op de hoogte: blijkens het colofon betrokken is geweest bij de opzet van katholieknederland.nl. Ik kan me voorstellen dat hij liever had gezien dat zijn adviezen waren opgevolgd. Het siert hem dat hij het niet bij woorden alleen liet: hij is nu een eigen blog met katholiek nieuws begonnen.

En dan is er sinds vandaag de nieuwe site van het Katholiek Nieuwsblad. Een beetje tot mijn schrik zie ik dat de nieuwsrubriek grotendeels gevuld is met opinie-artikelen. Hopelijk komt dat goed want er is echt behoefte aan een organisatie met een missie zoals die van het Katholiek Nieuwsblad: het brengen van katholiek nieuws en een betrouwbare katholieke visie op het nieuws.

vrijdag 7 augustus 2009

Wat doen we met het gregoriaans?

Gregoriaans is mooi, maar wat moet je ermee? Die vraag kwam aan de orde tijdens de zomercursus gregoriaans die vorige week georganiseerd werd aan de Folkwang Hochschule in Essen. De organisatoren hadden prof. dr. Wolfgang Bretschneider uitgenodigd, hoogleraar kerkmuziek aan het conservatorium en het seminarie in Keulen. Ook is hij samensteller van de nieuwe versie van de liedbundel ‘Gotteslob’, ongeveer de Duitse versie van de bundel ‘Gezangen voor Liturgie’ (GvL).

In Nederland wekt ‘de GvL’ bij sommige liefhebbers van het gregoriaans soms als een rode lap op een stier en dat is in Duitsland met ‘Gotteslob’ kennelijk niet anders. Bretschneider richtte zich dan ook aan het begin van zijn betoog tot zijn ‘beste vrienden en vijanden’. Hij schetste hoe in de afgelopen eeuw het gregoriaans vaak zo armzalig werd uitgevoerd dat een hele generatie er zijn buik van vol heeft en hoe het tegenwoordig wordt gepromoot door platenmaatschappijen als een esoterisch gezang, een soort akoestische wierookstokjes.

Toch is de beste manier om het gregoriaans te bewaren het een plaats te geven in de liturgie, vond Bretschneider. Maar die plaats kan het gregoriaans best delen met volkszang: als het maar kwaliteit heeft. Daarbij nam hij nog even degenen op de hak die ook het Kyrie, het alleluia en het amen in het Latijn willen horen. Mensen dus die het gregoriaans als onderdeel van een ideologie hanteren waarbij ze andere vormen uitsluiten.

Uiteindelijk bleek Bretscheider maar weinig ‘vijanden’ onder zijn gehoor te hebben, al meende ik wel bij een enkeling stoom uit de oren te zien komen. Kennelijk zijn liefhebbers van het gregoriaans tolerant en kunnen ze tegen een plaagstootje.

En wat mij betreft: het gregoriaans is in de liturgie inderdaad het beste op zijn plaats. Dat het tegenwoordig vooral buiten de liturgie lijkt te klinken, kun je volgens mij niet helemaal in de schoenen schuiven van de koren van vroeger.

Inderdaad moeten we op de periode van voor 1960 niet terugkijken als de gouden eeuw van de kerkmuziek, als het gaat om de uitvoering van die muziek. Het is beslist niet zo dat de kerkgangers toen voortdurend dekking moesten zoeken omdat het koor de sterren van de hemel zong.

Maar de vernieuwing van de liturgie na het Tweede Vaticaans Concilie bracht op de meeste plaatsen geen verbetering van de kwaliteit. Erger nog: bekwame musici werden aan de kant en goede koren opgedoekt omdat ze Latijn zongen en dat kon niet meer, volgens veel liturgievernieuwers. Niet verbetering, maar verandering stonden voorop

Bretschneider waarschuwt terecht tegen de ideologisering van de kerkmuziek, maar die is niet begonnen met de voorstanders van het Latijn. Het waren degenen die alle muziek van voor 1960 bij het oud vuil wilden zetten. Dat leidde tot een reactie van mensen die weigerden om alles wat in meer dan duizend jaar tot stand was gekomen te negeren.

Dat het gregoriaans hier en daar weer terugkomt, heeft dan ook niet te maken met het terugdraaien van de klok, maar met het besef dat de kwaliteit in de liturgie voorop moet staan en dat vernieuwing geen doel op zichzelf is.

maandag 20 juli 2009

Internetspiritualiteit oxymoron?

Hij gebruikte het woord niet, maar het lijkt erop alsof aartsbisschop Charles J. Chaput o.f.m. cap van Denver het begrip ‘internetspiritualiteit’ als een oxymoron beschouwt: een koppeling van twee volkomen tegengestelde begrippen. Op 8 juli hield hij een toespraak over de verhouding tussen de katholieken en de pers. Die is niet best. Als het om religie gaat, weten de meeste journalisten van toeten noch blazen.

Die klacht zal veel mensen bekend voorkomen, maar volgens de aartsbisschop werkt internet deze onkunde in de hand. Nu de kranten terrein verliezen aan websites met nieuws en tv-journaals die van soundbites aan elkaar hangen, is er nauwelijks ruimte voor diepgang.
Visuele en elektronische media, de dominante media van vandaag, hebben een bepaald soort inhoud nodig. Ze moeten het hebben van bondigheid, snelheid, verandering, urgentie, variatie en gevoel. Maar nadenken vereist het tegenovergestelde.

Behalve onkunde is er volgens mgr. Chaput ook nog sprake van vooroordelen.
Reporters die religie zien als bijgeloof, of een achterlijk sociaal verschijnsel, of een persoonlijke afwijking, of als een bron van verdeeldheid en geweld, zullen nooit een correct beeld van het geloof kunnen geven.

Hij riep zijn – katholieke – gehoor dan ook op om zich niet te laten leiden door het beeld dat de media oproepen: dat het huwelijk voor homoseksuele paren een onvermijdelijk gegeven is, dat christendom en islam een pot nat zijn en dat de legalisering van abortus het definitieve einde is van de discussie over dit onderwerp.

Aartsbisschop Chaput vraagt de katholieken dus om niet zonder meer te slikken wat ‘de media’ hen voorschotelen, om te denken en handelen vanuit hun geloof en niet vanuit de opvattingen die de media als gangbaar presenteren. Eigenlijk is het dus een oproep tot kritisch nadenken.

Trapt de aartsbisschop daarmee geen open deur in? Natuurlijk moet je kritisch zijn tegenover hetgeen de media je voorschotelen. Maar daarvoor moet je goed geïnformeerd zijn en dankzij internet kunnen we ons gemakkelijker informeren dan ooit.

Niet in de zin dat het geen inspanning kost: het aanbod aan informatie is enorm, maar je kunt je bij het zoeken laten leiden door een betrouwbare portal of desnoods door een mediatheoloog.

donderdag 2 juli 2009

Geen nieuw licht op Galilei

Vandaag werd een nieuwe uitgave gepresenteerd van het proces van Galileo Galilei. Volgens een bericht van de Engelse dienst van Radio Vaticana bevatten de twintig nieuwe documenten, die in eerdere uitgaven niet waren opgenomen, details die nog niet bekend waren.

Volgens het bericht wijzen de stukken erop dat in de theologische context van die tijd een dialoog over de theorieën van Galileo niet mogelijk was. Dat strookt met het beeld dat hij een de Kerk destijds terugschrok van de theologische consequenties van deze theorieën en dat Galileo niet de bedoeling had het geloof aan te vallen.

dinsdag 30 juni 2009

Oostenrijkse toestanden

Een paar weken geleden zorgde een monstrans in Oostenrijk voor opschudding. Katholieknederland.nl berichtte hierover Mijn eerste indruk was dat het inderdaad een vreemde manier van uitstellen van het H. Sacrament was. Het bisdom Linz verwijderde de foto schielijk van zijn website na boze reacties van bisschoppen en van het Vaticaan. Op fora zoals en.gloria.tv konden anderen hun gram kwijt over de ‘döner-sekte’ met hun pitabrood in grilltang.

Het brood dat werd getoond – een zogeheten Fladenbrot – voldeed blijkbaar niet aan de voorschriften waaraan een hostie moet voldoen en ook aan een monstrans worden bepaalde eisen gesteld, als tenminste nog geldt wat er in mijn oude ‘Katholieke encyclopedie’ uit 1955 staat. De monstrans
bestaat uit een voet en een krans die de lunula bevat: een rechtstaande dubbele ring waarin de H. Hostie kan bevestigd worden. Monstrans en lunula moeten gewijd zijn; de lunula moet bovendien van goud of minstens verguld zijn; voor de monstrans is alleen een waardig materiaal voorgeschreven.


Eerlijk gezegd was mijn eerste indruk toen ik de foto zag er ook een van een bakker die net met een tang een stuk brood uit de oven heeft gehaald. Zou de miswijn ook per jerrycan worden aangevoerd, dacht ik nog even, maar dat veronderstelt kwade bedoelingen van degene die het ritueel uitvoerde. De website Kreuz.net, die zich tegen de Pius X-broederschap aanschurkt, spreekt van een parodie in het schandaalbisdom Linz waar een sacraments-parodie zou zijn opgevoerd.

Die uitspraken laat ik maar voor rekening van Kreuz.net, maar het bericht bevat verder wel interessante informatie. Deken Helmut Part, de man die de omstreden monstrans droeg, zou namelijk ook een van de dekens zijn die zich tegen de benoeming van Gerhard Wagner tot hulpbisschop van Linz had verzet. Wagner zou gezegd hebben dat de orkaan Katrina New Orleans verwoest heeft vanwege het losbandige leven van haar inwoners en homoseksualiteit zou volgens hem een ziekte zijn. Onder druk van protesten zag Wagner van zijn benoeming af.

Het lijkt erop dat degenen die achter Wagner stonden nu een gelegenheid zagen om terug te slaan. Bisschop Schwartz van Linz liet op de website van zijn bisdom weten dat er feitelijk niets is gebeurd wat niet door de beugel kon. Maar hij vindt ook dat een viering nooit aanstoot mag geven en dat deed deze viering wel. Hij weet dat er gebedsgroepen zijn die het Fladenbrot gebruiken, maar in onze cultuur is het nu eenmaal niet gebruikelijk om dit ook te doen bij het uitstelling van het H. Sacrament.

Wat de bedoelingen van deken Part waren, heb ik niet kunnen achterhalen, maar ik heb wel een vermoeden. Onder meer in kringen van de 8 mei-beweging kwam het voor dat tijdens vieringen brood werd gedeeld dat niet op een hostie leek. Blijkbaar is er in Oostenrijk een proces van polarisatie aan de gang. Enerzijds zijn er mensen die net als veertig jaar geleden in Nederland de liturgie meer tot haar essentie willen terugbrengen. Tijdens het Laatste Avondmaal zat het brood toch ook niet in een gouden broodtrommel? En daartegenover de mensen die vinden dat je straks het verschil tussen de eucharistie en een koffietafel niet meer ziet. De curieuze foto van de vreemde monstrans is dan geen incident, maar het topje van een ijsberg aan conflicten binnen de Oostenrijkse kerk.

dinsdag 23 juni 2009

Wegkijken

Zembla had het afgelopen zondag over ontucht in de kerk. Uit de uitzending bleek dat er te weinig zicht is op het probleem, aldus een bericht op www.katholieknederland.nl.

Ik vraag me af of dat gebrek aan inzicht in de omvang van het probleem zich tot de kerken beperkt. De Bossche badmeester Benno L. was al jaren omgeven met geruchten over kindermisbruik, maar pas onlangs kwam er helderheid in de zaak. Al die jaren had niemand het aangedurfd om onder ogen te zien wat er aan de hand was.

Dat alleen de kerken wegkijken bij dit soort zaken is op zijn minst een eenzijdige voorstelling van zaken.

vrijdag 12 juni 2009

Kerk zijn op het web? Boele Ytsma, Internetcommunity

‘Internetdominee’ Boele Ytsma:
De kerk ligt niet voorop als het gaat om het gebruik van internet. Merkt vooral angst. Waarschijnlijk vanwege het anarchistisch karakter. Elke goeroe kan zijn boodschap kwijt. Er zit geen filter van een redactie of uitgever tussen. Wel achteraf door een ongedefinieerde lezersgroep. Dit kan foutieve beeldvorming en informatie in de hand werken.

Internet is een sociaal medium. Vroeger was het voornamelijk eenrichtingsverkeer. Nu twitteren en bloggen we. Dat interactieve gebruik noemen we Web 2.0: zenders zijn ontvangers geworden en omgekeerd. Dat is het meest revolutionaire aan internet. ‘Delen’ is het centrale begrip.

Het anarchistisch karakter van internet heeft de verzuilde samenleving vernietigd. Elk klassiek instituut verkeert in crisis. Doktoren krijgen steeds meer patiënten die hun diagnose al hebben gesteld. Iets dergelijks ervaren pastores.

Dankzij de krant kon de zuil ontstaan: de krant schreef voor wat je moest denken. Maar het sociale karakter van internet heeft ook een nieuwe samenleving doen ontstaan. De groep of de zuil staat niet meer centraal, maar de individuele mens. Banden zijn losser en de leden bepalen de kleur van de groep.

Gemeenschappen zijn van alle tijden. Maar die komen nu anders tot stand. Delen is het kernwoord van Web 2.0. Mensen maken deel uit van verschillende gemeenschappen die elkaar soms niet meer overlappen: het is meer een netwerk geworden.

Wat betekent dit voor kerk en samenleving. Je moet niet naar internet kijken en de communities als virtuele tempels bekijken. De communities hangen samen met de netwerksamenleving. Daardoor voelen oudere generaties de samenleving als chaotisch. Jongeren zijn het gewend.

1. Kerken zouden vriendengroepen op hyves of zo moeten maken. Groepen van mensen die je vertrouwt. Zo laat je zien wat je sociaal kapitaal is. Religieuze groepen kunnen een voorbeeld zijn, want in religie draait het nu juist om vertrouwen. Zo kunnen we door dat anarchisme heenbreken. Als cirkels van vertrouwen.

2. Door online en offline te verbinden: internet is geen wereld die op zichzelf staat. Contact via internet leidt vaak ook tot ontmoeting in het echte leven. Kerkzijn heeft fysieke knooppunten nodig: sacrale gebouwen en gemeenschap. Als pastores online contacten leggen, wordt zondags het offline contact misschien makkelijker.

3. Wees zelf verbinder in de netwerksamenleving. Gebruik internet hiervoor. Maar vergeet niet dat het om echte mensen zijn die blij elkaar komen: het gaat om de mensen. ‘Virtueel contact’ is daarom eigenlijk een verkeerde uitdrukking. Het gaat om mensen die vertrouwen en verbinden.

Paulus reisde rond van knooppunt naar knooppunt: hij reisde naar havensteden en schreef brieven om die gemeenschappen te verbinden. “What would Paul do? He would twitter”

zaterdag 6 juni 2009

Religie in het publieke domein

Vredig plaatste Rein Zunderdorp, voorzitter van het Humanistisch Verbond, zijn verbond naast de religies om samen in debat te gaan en de samenleving vooruit te helpen. Religies die hij zag als ‘een belangrijk stuk erfgoed’. Zo leek het symposium ‘Religie in het publieke domein’, dat het CDjA op zaterdag 6 juni organiseerde, met een sisser af te lopen. Religie mocht dus zelfs van het Humanistisch verbond een rol spelen in de publieke ruimte en hoefde zich dus niet achter de voordeur terug te trekken.

Zunderdorp had aan het eind van zijn bijdrage nog wel twee kritische kanttekeningen. Een daarvan was dat religie ‘geen rem mocht zijn op de moderniteit’. Bijvoorbeeld door te verbieden dat winkels op zondag open zijn en door embryoselectie en euthanasie te verbieden. Dat leek teveel op een christelijke sharia.

Zijn opponent Sophie van Bijsterveld, lid van de Eerste Kamer voor het CDA, tilde niet zo zwaar aan die opmerking. Ze was het er ‘niet helemaal mee eens’. Maar het publiek, voornamelijk bestaande uit CDA-jongeren, was het er helemaal niet mee eens. Een vragenstelster merkte op dat Zunderdorp met een beroep op de ‘moderniteit’ de christenen van het debat over veel wezenlijke onderwerpen had uitgesloten en kreeg massale bijval.

Gevolg was dat het slotdebat toch nog ergens over ging: over de vraag naar de beschermwaardigheid van het leven en de autonomie van de mens. Zunderdorp vond dat het humanisme mensen zelf de keuze laat om over te gaan tot euthanasie, abortus of embryoselectie. Daaruit bleek dat het kleine puntje dat hij nog aan het einde van zijn betoog noemde in feite een wezenlijk verschil uitmaakt. Humanisme en christendom liggen op een aantal punten ver uit elkaar en de christen-democratische jongeren verwachten van hun partij een duidelijk standpunt.

Dat bleek ook toen eerder op de dag CDA-Eerste Kamerlid Jan-Jacob van Dijk zijn gehoor niet helemaal leek te overtuigen. Voor een buitenstaander was de discussie niet helemaal te volgen omdat het over een stuk ging waarin de jongeren kennelijk hadden aangedrongen op een duidelijker christelijk profiel van het CDA en op een duidelijker houding tegenover de islam. Dat deed Afshin Ellian in zijn bijdrage trouwens ook en hij waarschuwde dat anders Geert Wilders met die discussie aan de haal zou gaan.

De reacties op Van Dijk en Zunderdorp waren de meest boeiende van het overigens inhoudelijk diepgaande symposium. De CDA-jongeren slaagden erin om discussie los te maken en wie weet heeft die discussie zijn weerslag op te partij. Ze hebben de verhouding tussen humanisme en christendom verhelderd: pas toen de verschillen duidelijk waren, kon er een discussie op gang komen. Consensus is mooi, maar een teveel kan dodelijk zijn voor het debat, zo bleek maar weer.

dinsdag 2 juni 2009

Missionarissen en kolonialisme


In 1537 bepaalde paus Paulus III dat de oorspronkelijke inwoners van het pas ontdekte Amerika niet als slaven behandeld mochten worden, ook al waren ze niet tot het christendom bekeerd. Om die bekering te bereiken, ging men de godsdiensten en gebruiken van deze volkeren bestuderen. Niet alleen van de Amerikanen, maar bijvoorbeeld ook van de Chinezen. Missionarissen leerden Chinees en kleedden zich zelfs als Chinezen, zoals die hier afgebeelde Jezuïet Matteo Ricci (1552-1610).

Dat de missionarissen tot de twintigste eeuw geheel in dienst stonden van de koloniserende machten, klopt dus niet. Maar het is wel zo dat de kerstening alleen succes had in gebieden waar de machthebbers ook christenen waren: daarom is Latijns-Amerika wel katholiek en China niet.

En inderdaad leidde die verstrengeling met de macht ertoe dat in de twintigste eeuw missionarissen een radicale keus maakten voor de bevolking en niet voor de machthebbers. Daardoor ontstond de indruk dat de Kerk tot dan toe alleen maar de belangen van de koloniale staten had gediend, maar dat is nooit het geval geweest.

Lit.
Edward Norman, De rooms-katholieke kerk. Een geïllustreerde geschiedenis (Tielt 2007) Isbn 978 90 209 7165 1
Nico van den Akker en Peter Nissen, Wegen en dwarswegen. Tweeduizend jaar christendom in hoofdlijnen (Amsterdam 1999) Isbn 90 5352 389 8

vrijdag 29 mei 2009

Een antwoord op alle vragen

Tenminste, op alle vragen van Boele Ytsma

1. Hoe vindt de kerk opnieuw een relevante functie in een tijd van overvloed van religieus en spiritueel aanbod terwijl ze lange tijd gewend was aan een sterk monopolie?

Is dat aanbod werkelijk zo groot? Binnen de sector van religie en spiritualiteit in Nederland de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerk in Nederland nog steeds de grootste spelers. Daar is nu de islam bij gekomen, maar die heeft een heel eigen marktaandeel. Het probleem is niet dat het aanbod aan spiritualiteit en religiositeit groter is geworden, maar dat deze factoren een veel kleinere rol speelt in de maatschappij dan vroeger.
2. Hoe kan de kerk functioneren in een tijd van dynamische netwerken en sociale interactie, terwijl ze tot nu voornamelijk functioneert langs de lijnen van hiërarchie en organisatie?

Dynamische netwerken en sociale interactie zijn geen nieuwe verschijnselen. Ook tijdens de Reformatie verspreidden nieuwe ideeën zich langs deze wegen. Die interacties speelden zich vooral af in steden die veel contacten met elders hadden. Havensteden zoals Antwerpen dus. En welke ideeën kregen daar aanhang van betekenis? Die van de calvinisten, want zij waren het beste georganiseerd. De katholieke kerk kon pas weer een rol gaan spelen toen zij zich gereorganiseerd had (en de Spanjaarden de stad hadden veroverd natuurlijk).
3. En tenslotte: hoe kan de kerk acteren in een tijd die zich razendsnel ontwikkelt, terwijl de bestaande organisatie vaak wordt gestuurd door trage processen en uitgaat van een stabiele samenleving?

Het gevoel in een tijd te leven waarin alles razendsnel verandert, is van alle tijden. Dat wil niet zeggen dat er tijden zijn waarin de maatschappij razendsnel verandert. Alleen worden de consequenties pas na jaren duidelijk. De kerk heeft wel meer crises meegemaakt en is daar nooit uitgekomen door zich paniekerig proberen aan te passen, maar door zich te bezinnen op haar uitgangspunten en doordacht te werk te gaan.

dinsdag 26 mei 2009

Pius XII en de Kroaten

Je mag een boek niet beoordelen op grond van de omslag. Maar aan de andere kant: hoe maak je dan een selectie uit het enorme aanbod.

Nu is er weer een boek verschenen over paus Pius XII: Henk Jurgens: ‘Vluchten via het Vaticaan. Waarom Pius XII niet Zalig (sic) verklaard wordt'. Uitg. Aspekt 2009. ISBN: 9789059116740.

Het boek gaat over de hulp die het Vaticaan gaf aan oorlogsmisdadigers die na de Tweede Wereldoorlog naar Argentinië en de Verenigde Staten vluchtten. Maar ook de steun die Pius XII gaf aan de Kroaten komt aan de orde. Die hadden in Joegoslavië een onafhankelijke staat uitgeroepen en verdreven en vermoordden de Serviërs die zich in dit gebied bevonden.

Volgens de flaptekst van het boek steunde Pius XII de Kroaten ‘onvoorwaardelijk’. ” Ter ondersteuning van de Kroatische fascisten stuurde Pius XII, die volledig op de hoogte was, zijn biechtvader.”

Als dat klopt, zou het Vaticaan de Kroatische staat erkend moeten hebben. Dat zou dan een nieuw feit zijn, want voor zover bekend is dat nooit gebeurd. Verder lijkt het heel wat dat de paus zijn biechtvader stuurt, maar die had uitdrukkelijk niet de status van diplomatiek vertegenwoordiger. De Kroatische leiders waren woedend.

Of toch niet? Zou dit boek echt de geschiedenis op zijn kop zetten? Ik vermoed van niet.

maandag 25 mei 2009

Louis Toebosch overleden

Vrijdag 22 mei is de componist Louis Toebosch overleden. Zijn dochter maakte dat zondag via het ANP bekend. Toebosch was 93 jaar.

Louis Toebosch was niet alleen componist, maar ook organist en dirigent. Van 1940 tot 1964 was hij dirigent/organist van de Sacramentskerk in Breda. Hij legde daar de basis voor de huidige kerkmuzikale cultuur in deze kerk.

Bij zijn aantreden trof hij er een goed koor aan: het Sacramentskoor dat al landelijk bekend was. Toebosch zette het klassieke romantische repertoire overboord en koos consequenter dan zijn voorganger voor de klassieke polyfonie van componisten als Palestrina. Daarnaast introduceerde hij het werk van eigentijdse Nederlandse componisten als Hendrik Andriessen.

Aanvankelijk stuitte dit op verzet bij zijn koorleden en bij de parochianen. Tegenwoordig is de keuze voor deze muziek echter onomstreden: deze vormt nog steeds het hart van het repertoire van het Sacramentskoor, dat net als in de tijd van Toebosch de traditionele samenstelling van jongens en mannen heeft gehandhaafd.

Tot zijn oeuvre behoren enkele missen en bewerkingen van traditionele Nederlandse kerstliederen. Typerend is het arrangement dat hij schreef voor ‘Stille nacht’. Aanvankelijk weigerde hij deze in zijn ogen waardeloze muziek uit te voeren, maar onder zware druk ging hij toch akkoord. Hij maakte er een geraffineerde compositie van, maar stopte er zo veel dissonanten in dat het bij één uitvoering bleef.

Toebosch trof in 1940 in de Sacramentskerk ook een Hammond-orgel aan. Daar was hij veel minder over te spreken dan over het koor van de kerk. Op zijn initiatief werd in 1958 een orgel in gebruik genomen, gebouwd door de firma Flentrop. Na het orgel van de Grote Kerk is dit het grootste orgel in Breda en het geniet onder kenners net als het koor landelijke faam.

Aan de carrière van Toebosch als koordirigent en kerkorganist kwam in 1964 een einde. Hij kon zich niet verenigen met de gevolgen die de vernieuwing van de liturgie voor de kerkmuziek had. In de muziek van Bernard Huijbers en de teksten van Huub Oosterhuis zag hij niets. Hij weigerde dan ook ‘die liedjes van die uitgetreden paters’ uit te voeren en een plaats in te ruimen voor de volkszang.

Toebosch was geen conservatieve katholiek, maar op de eerste plaats een musicus. De nieuwe ontwikkelingen hadden hem niets meer te bieden en zo raakte hij vervreemd van de kerk. Hij had niets meer met dit instituut, verklaarde hij in een interview met het Brabants Dagblad in 2006.

Zijn opvolger Walther Cantrijn slaagde er wel een een synthese te vinden tussen de nieuwe liturgie en de oude kerkmuziek, onder het motto ‘onderzoek alles en behoud het goede’. Zo is het goede dat Louis Toebosch aan de kerkmuziek heeft bijgedragen bewaard gebleven.

Zie ook het Brabants Dagblad

zaterdag 23 mei 2009

Het mysterie

Jomanda staat dezer dagen terecht, al is ze zelf niet bij het proces aanwezig. “Ze had het lef niet”, zei de officier van justitie, aldus Trouw. Zelf zal ze het wel op een ‘ingeving van boven’ houden.

Dergelijke media zijn de laatste tijd vaker in de media te vinden. Bijvoorbeeld Gabriela Gaastra die Karst T. ‘bejubelde’ omdat hij een aantal mensen naar de andere wereld had geholpen. Of zoiets.

Filosoof en journalist Anton de Wit weet dit soort onzin scherpzinnig te ontmaskeren. Lees bijvoorbeeld zijn blog over Gaastra maar eens.

Eerder nam hij ‘The Secret’ (‘Het geheim’) op de korrel. In het kort de boodschap van dit boek: als je maar positief denkt, dan gaat alles goed met je. Een van de consequenties is dat je zieke mensen moet mijden. Dat levert alleen maar negatieve gedachten op.

De Wit heeft nu een boek gepubliceerd dat hij het ‘Het mysterie. De echte weg naar wijsheid het geluk’ noemde. Een duidelijke verwijzing naar ‘Het geheim’. Het ligt in de boekhandels bij de afdeling esoterie en dat is ook precies zijn bedoeling. Wie het boek leest, krijgt inderdaad een recept voor een gelukkig leven, gebaseerd op een filosofie.

Zonder het expliciet te zeggen, baseert De Wit zijn filosofie op het christendom. Hij gaat spaarzaam om met het noemen van God en Christus. Toch is hij, zoals hij zelf zegt, ‘orthodox katholiek’. Zijn orthodoxie biedt zekerheid en laat ruimte voor twijfel.

Wie denkt in het boek een simpele weg te vinden naar wijsheid en geluk, zal teleurgesteld zijn. Misschien gaan er wel mensen boos met het boek terug naar de boekwinkel. De boekverkoper zou ik aanraden om het dan maar in te ruilen voor een exemplaar van ‘Het geheim’. Maar wie echt geïnteresseerd is in een vorm van spiritualiteit waarin niet het ‘ik’, maar de ander centraal staat, kan ik het boek alleen maar aanraden.

Je hoeft vervolgens niet meteen katholiek te worden, maar het kan geen kwaad.

Anton de Wit, Het mysterie. De echte weg naar wijsheid en geluk. Tielt: Lannoo 2009. Isbn 978 90 209 8262 6. € 14,95.

woensdag 20 mei 2009

Misbruik op Ierse scholen.

Vandaag kwam het rapport uit waaruit blijkt dat Ierse religieuzen verantwoordelijk zijn voor jarenlang systematisch misbruik van duizenden kinderen. Uit de samenvatting van het rapport die te lezen is op de website van de BBC blijkt dat de oorzaak onder meer ligt in het negentiende-eeuwse schoolsysteem dat nooit is aangepast. Ook de controle door de onderwijsinspectie faalde volkomen.

De vraag hoe het mogelijk is dat religieuze congregaties zich hieraan schuldig hebben gemaakt, komt voor zover ik kan zien niet aan de orde. Toch is dat van belang want veel mensen zullen zich afvragen hoe dit te rijmen valt met het feit dat dergelijke congregaties zo veel goed werk hebben gedaan en nog steeds doen.

Naar mijn idee heeft dit te maken met de problemen waarmee veel actieve congregaties rond het midden van de vorige eeuw te maken kregen. De terreinen waarop ze werkzaam waren, het onderwijs en de ziekenzorg, kenden een enorme groei. Het aantal roepingen begon toen echter al terug te lopen. Sommige congregaties werden minder kritisch met het aannemen van nieuwe leden.

Maar ook was er een cultuur ontstaan die blinde gehoorzaamheid afdwong en die mensen inpeperde, zowel de religieuzen zelf als degenen die aan hun zorg waren toevertrouwd, dat ze niets waard waren. Dat is iets dat duidelijk in het rapport naar voren komt. Karen Armstrong heeft die cultuur beschreven in haar boek over haar tijd in het klooster ‘Through the Narrow Gate’ (‘Door de nauwe poort’).

Ook was er wantrouwen tegenover kennis. Zusters en broeders die wilden studeren, werden door de leiding met argusogen gevolgd. Ze zouden zich hun kennis eens meer waard gaan voelen. Daardoor werd de vernieuwing in hun scholen en ziekenhuizen belemmerd.

Kritische religieuzen lichtten de bisschoppen in over de wantoestanden en het was paus Pius XII die naar aanleiding van hun bevindingen opdracht gaf tot een reorganisatie van het religieuze leven. Congregaties waar iets mis was, werden onder toezicht gesteld. In Nederland heeft de karmeliet Jan van Galen veel van die veranderingsprocessen geleid.

Met Van Galen, die inmiddels overleden is, had ik een jaar of tien geleden enkele gesprekken. Hij vertelde me onder meer hoe hij opdracht gaf om in de ‘cellen’ van de zusters van een congregatie een waterleiding aan te leggen. Tot dan toe moesten ze zich behelpen met een lampetkan. Trots bracht hij verslag uit van zijn vorderingen bij de Congregatie voor de Religieuzen in Rome.

Daar was men niet onder de indruk. Had hij gecontroleerd of die nieuwe wastafels wel gebruikt werden? Nee, dat had hij niet.

Bij zijn terugkeer in Nederland bleek inderdaad dat de zusters de kranen niet mochten gebruiken. “Wij willen onze zusters niet de gelegenheid ontnemen zich te versterven”, verklaarde het hoofdbestuur. “Het is de enige keer in mijn leven dat ik kwaad ben geworden”, zei Van Galen me. Hij beval dat de zusters zich voortaan met water uit de kraan mochten wassen en zo niet, dan had hij de bevoegdheid om het hele bestuur af te zetten.

Deze extreem starre manier van denken was typerend voor met name enkele grotere congregaties. In de meeste landen is hiertegen opgetreden en hebben controle door kerkelijke en wereldlijke overheid en hervormingsgezinde krachten van binnen uit voorkomen dat de zaken zo systematisch uit de hand liepen. In Ierland is dat kennelijk niet gebeurd.

zaterdag 16 mei 2009

De Refo-enclave's

Dezer dagen in Trouw twee artikelen over de zogeheten Bible belt, die van Zeeland tot Overijssel door ons land loopt. Orthodox-protestanten trekken zich steeds meer terug in deze gebieden, in de stad hebben ze niets meer te zoeken. Dat vindt tenminste godsdienstsocioloog en oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad Chris Janse. Hij vond overigens zelf dat zijn woorden niet goed zijn weergegeven: zie de discussie na het artikel.

Anderzijds zoeken niet-orthodoxe inwoners van het gebied naar middelbare scholen voor hun kinderen waar moderne literatuur niet wordt geweerd en waar tv-kijken geen taboe is. Zulke scholen vind je in een plaats als Barneveld niet, zo blijkt.

Als dit klopt, is dat een merkwaardig verschijnsel. De Nederlandse Bible belt ontstond in de negentiende eeuw. Daar wisten de orthodoxe protestanten zich efficiënt te organiseren. Nu lijkt het een gebied waarin ze zich uit een steeds minder religieuze maatschappij terugtrekken, waardoor in dit gebied zelf de tegenstellingen met de niet-orthodoxe bevolking groeit.

donderdag 7 mei 2009

De kardinaal en de komiek

Vrijdag 1 mei was op Canvas een programma te zien waarbij kardinaal Danneels en Urbanus samen aan tafel zaten. De meeste aandacht ging uit naar de kardinaal die zeer ontspannen reageerde, ook toen hij zich nogal pijnlijk versprak. Pas aan het eind van het fragment zien we hem een waarschuwende vinger opsteken tegen Urbanus.

Fragment 1

Tijdens het gesprek werd ook duidelijk hoe het nu zat met die beruchte persconferentie na de verkiezing van paus Benedictus XVI waaruit velen afleidden dat Danneels niet gelukkig was met de keuze en dat hij zelf deze hoge post had geambieerd.

Fragment 2

De kardinaal durft de confrontatie dus best aan. Dat blijkt ook uit de tentoonstelling De Hemel in Tegenlicht die momenteel in Mechelen te zien is en waaraan Danneels in het kader van het 450-jarig bestaan van het aartsbisdom Mechelen heeft meegewerkt. Ik heb hierover geschreven in het Katholiek Nieuwsblad en mijn conclusie was dat deze niet-kerkelijke tentoonstelling toch recht deed aan de getoonde religieuze voorwerpen en hun betekenis.

Een lezer van het KN was het daar niet mee eens en vond dat het aartsbisdom nooit medewerking had mogen verlenen aan de tentoonstelling. Ik proefde uit zijn reactie dat hij vindt dat kerkelijke kunst alleen binnen de kerkmuren getoond mag worden en niet in een andere context thuishoort.

Dat lijkt me niet in de geest van kardinaal Danneels, zoals hij zich afgelopen vrijdag op tv presenteerde. Hij durft die confrontatie wel aan. De enige vraag waarmee ik bleef zitten was: als hij tot paus zou zijn gekozen, zou hij zich dan Urbanus IX hebben genoemd?

vrijdag 24 april 2009

Hoe populair was Pius XII

Volgens de Italiaanse historicus Giovanni Sale is het negatieve beeld dat we hebben van paus Pius XII veroorzaakt door propaganda van de Sovjet-Unie. Bij zijn dood in 1958 zou de paus nog bijzonder populair zijn geweest.

Het is inderdaad opvallend hoe positief de Nederlandse pers over hem schreef na zijn overlijden op 9 oktober 1958. De liberale NRC schreef: “Met paus Pius XII is een figuur heengegaan, die door zijn grote gaven in staat is geweest een belangrijke rol op het wereldtoneel te spelen”. Hij werd ‘vredespaus’ genoemd omdat hij “onvermoeid voor het staken van de vijandelijkheden heeft gearbeid”. Hij placht het nationaal-socialisme en het communisme als “met het geloof strijdige ideologieën” te veroordelen. En ook, zo lezen we in de NRC, was hij tegen kernwapens.

Al even positief was het socialistische Parool. “De persoonlijkheid van Pius XII, zijn grote diplomatieke gaven en ervaring, zijn meer dan gewone talenkennis en zijn scherpzinnig inzicht in allerlei moderne maatschappelijke problemen hebben het pausdom een prestige gegeven en een aanzien, dat zelden in de geschiedenis zo groot zal zijn geweest ook al is dan de wereldlijke macht van het pausdom sedert de middeleeuwen tot nauwelijks meer dan een symbool teruggebracht.”

Het neutrale ANP zei in zijn nieuwsbulletin zelfs letterlijk: “Vele Joden,die door de nazies werden vervolgd,vonden een
schuilplaats in het Vaticaan”.

zaterdag 18 april 2009

Mensen opvissen met het web

Voor het eerst in zeven jaar ging Isidorusweb, het portaal voor surfende katholieken, off-line. De prijswinnende website organiseerde een symposium rond internetspiritualiteit. Wat is het en wat kun je ermee doen?

Een kaarsje opsteken op internet. Het lijkt kitsch in de overtreffende trap, maar het blijkt een van de meest zinvolle toepassingen van spiritualiteit op het wereldwijde web die er zijn. Dat bleek uit de bijdrage van cultuursociologe Ineke Noomen. Mensen waarderen dit omdat ze er een gebedsintentie bij kunnen opgeven. Die kunnen andere internetsurfers lezen en dat geeft een gevoel van verbondenheid.

Daar ging het Erik Borgman, hoogleraar theologie van de religie aan de Universiteit van Tilburg vooral om: “Waar mensen compassie hebben met elkaar, daar is God aanwezig”. Het web lijkt wel een netwerk van individuen die achter hun computer zitten, maar toch is het een vorm van verbondenheid. Wie een website maakt, doet dat in de hoop dat anderen die site bezoeken. En het is nu juist de specifieke taak van de kerk om mensen uit hun individualiteit te halen.

“Mensen lijden eraan dat ze alleen zijn. Daarom daarom bloeien de zelfhulpwebsites”. Aldus Borgman die vindt dat het nu juist de specifieke taak van de kerk is om mensen uit hun individualiteit te halen. De kerk zou daarom haar virtuele netten uit moeten gooien om die mensen op te vissen via het web.

Het virtuele kaarsje is dan alleen maar een middel en geen doel, want de lichamelijke ervaring ontbreekt. Volgens René Munnik, universitair docent systematische theologie en wijsbegeerte aan de Universiteit van Tilburg is lichamelijkheid een voorwaarde voor spiritualiteit. Veel vormen van ‘internetbetovering’ ontbreekt het hieraan en al die fantasiewerelden die worden opgeroepen hebben niets met spiritualiteit te maken, vindt hij. Kunstenaars zullen zich het nieuwe medium eigen moeten maken, zoals ze dat bijvoorbeeld ook met de fotografie hebben gedaan. Volgens Munnik is dit een goed voorbeeld: The giver of names.

Heel concrete aanbevelingen kwamen er niet uit het symposium, meer inspirerende ideeën om verder te gaan. Uiteindelijk bestaat het massale gebruik van het internet nog geen vijftien jaar.

donderdag 16 april 2009

Obama en de katholieken

Het lijkt hommeles tussen Obama en de katholieken. Het Vaticaan keurt alle kandidaten voor de positie van Amerikaans ambassadeur af en zijn eredoctoraat aan de Notre Dame universiteit stuit op weerstand van de bisschoppen.

Dat kan hem in de problemen brengen omdat zijn verkiezing mede te danken is aan katholieken die overgelopen zijn vanuit het republikeinse kamp. In de zomer van vorig jaar was al duidelijk dat Obama zijn tegenstrever McCain op dit gebied aan het aftroeven was.

De katholieken die Obama steunen zijn meestal gematigd en geen hardliners als het gaat om zaken als abortus, maar ook zij voelen zich nu aangevallen door de manier waarop een aantal maatregelen worden gepresenteerd, zo betoogt de Amerkaanse auteur Michael Sean Winters in de National Catholic Reporter.

Volgens Winters moet Obama het vertrouwen van deze gematigde katholieken terug zien te winnen anders komt hij na de verkiezingen van volgend jaar voor een Congres te staan dat hem aanmerkelijk minder goed gezind is.
Obama spoke passionately about the need to reduce the abortion rate. He spoke about “the dignity of work,” a phrase frequently used by Pope John Paul II in his writings on social justice. But, in his first two months, it is not clear the President’s staff understands Catholics the way their chief does. They had better hurry up. Obama may or may not be able to turn the economy around by the midterms next year. The last thing he needs is to unnecessarily alienate Catholic swing voters.

woensdag 15 april 2009

Katholieken als moslims van de negentiende eeuw

Vandaag in Trouw twee verwijzingen naar de positie van de katholieken in het negentiende-eeuwse Nederland in een artikel over de moslims nu. Het eerste artikel is geschreven gaat over twee controversiële moslims: Tariq Ramadan en Ali Eddaoudi. Han Entzinger, hoogleraar migratie- en integratiestudies aan de Erasmus Universiteit Rotterdam zegt:
Als je je als moslim meldt in het publieke debat en meepraat over gevoelige zaken zoals homoseksualiteit en vrouwenrechten, dan ben je bij voorbaat verdacht. Dan worden de vaste stereotypen en insinuaties gebruikt. Ditzelfde gebeurde in de tweede helft van de negentiende eeuw tussen de protestanten en de katholieken. De katholieken hoorden ook altijd het verwijt dat ze een dubbele agenda voerden, dat ze loyaal aan Rome waren en dat ze dús niet te veel macht mochten hebben. Het hoort bij de emancipatiebeweging, dit is het voorhoedegevecht dat Ramadan en Eddaoudi moeten voeren.


En commentator Willem Breedveld beschrijft hoe de liberalen over de katholieken dachten:
Dat de PVV dit wil is begrijpelijk. Voor deze partij is de islam de vijand. En van de VVD kan ik het ook nog volgen. Die waren in de negentiende eeuw al beducht dat de zwartjurken de tere kinderziel zouden bederven. Die liberalen waren daarom tegen bijzonder onderwijs.


De vergelijking tussen katholieken en moslims duikt niet voor de eerste keer op. Ook is al in een aantal gevallen gebleken dat de vergelijking mank gaat, maar er zijn parallellen, ook in onze tijd. Zowel Tariq Ramadan als de paus (bien etonné..) krijgen de publieke opinie onder aanvoering van niet-godsdienstige opiniemakers over zich heen als ze zich politiek incorrect uitdrukken. En wat ze dan precies gezegd hebben, speelt nauwelijks een rol in de discussie. Ze zien slechts spoken.

Ook in de negentiende eeuw was dat zo. De publicist Jozef Alberdingk Thijm was een vurig verdediger van de katholieke zaak in Nederland. Toen in 1853 bekend werd dat de bisschoppelijke hiërarchie hersteld zou worden, raakten de protestanten volledig van de kook want die bisschoppen waren zetbazen van een ‘vreemde vorst’, de paus dus.

Alberdingk Thijm schreef aan een vriend:
Mijn hemel! begrijpt men dan niet dat de Roomschen veel gevaarlijker waren, toen zij onmiddellijk onder ‘den man van de zeven bergen’ [de paus] stonden, dan nu de Pastoorskollegiën Hollanders tot prezidenten krijgen? – Weet gij, wie moesten klagen en schreeuwen? De Pastoors – die nu veel minder vrijheid zullen hebben. Wat kunnen toch, in Gods Naam, die twee Opper-pastoors in Haarlem en Utrecht voor kwaad aan de Protestantsche landgenoten doen?


(Geciteerd in: Michel van der Plas, Vader Thijm. Biografie van een koopman-schrijver (Baarn, 1995) p. 206

maandag 6 april 2009

Offensief voor Pius XII

In een eerdere blog heb ik al eens geschreven dat de vraag of paus Pius XII ‘goed of fout’ was tijdens de Tweede Wereldoorlog me eigenlijk niet interesseert. Beide kampen hebben zich ingegraven en zoeken naar archiefstukken als munitie om elkaar te kunnen bestoken.

Het zou best eens kunnen dat de Italiaanse historicus Giovanni Sale voor een doorbraak gaat zorgen. Katholiek Nederland berichtte vandaag over zijn onderzoek en een uitgebreidere versie is te lezen op de website van de Italiaanse journalist Sandro Magister. Een site die ik overigens nog niet kende en meteen in mijn lijst met bladwijzers heb gezet.

Sale is blijkbaar al een aantal jaren bezig om de mythes rond Pius XII te ontzenuwen. Dat doet hij onder meer door erop te wijzen dat het vooral de Sovjet-Unie is geweest die de paus zwart heeft gemaakt. Die propaganda viel in West-Europa op vruchtbare bodem omdat linkse partijen, maar ook katholieken negatief stonden tegenover het Vaticaan.

Ik heb nog wel de nodige vraagtekens bij de stellingen van Sale. Zo vraag ik me af of hij de invloed van de Sovjet-propaganda in de Westerse wereld niet overschat. Zou het niet zo kunnen zijn dat het zwijgen van Pius XII en het feit dat het Vaticaan concordaten heeft gesloten met Mussolini en Hitler al voldoende waren om te insinueren dat de kerk en vooral de pausen Pius XI en XII sympathiseerden met deze regimes?

Maar Sale’s argumenten zijn niet zonder meer te weerleggen. Ik denk dat ik deze discussie toch maar weer ga volgen.

donderdag 2 april 2009

Hoe katholiek waren onze (voor)ouders?

Vandaag het geleerde tijdschrift Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden ontvangen. Het nieuwe nummer bevat een discussie tussen de historici Piet de Rooy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en Paul Luykx. Het is een vrij hoog oplopende discussie waarin opvallend veel bijbelcitaten worden gebruikt.

Waar gaat het onder meer om: Luykx publiceerde in 2000 het boek Andere katholieken, waarin hij aantoonde dat het katholieke volksdeel tijdens het Rijke Roomse Leven geen kudde schapen was die collectief achter hun leiders aanliepen. Er waren wel degelijk tegendraadse geluiden te horen.

De Rooy legt meer de nadruk op de homogeniteit van het katholieke volksdeel en stelt dat het in de schijnwerpers zetten van deze ‘andere’ katholieken het zicht ontneemt op de ongelofelijke volgzaamheid van de Nederlandse katholieken.

Luykx vind ik het meest overtuigend. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat de katholieken niet zo volgzaam waren als het leek. Al was het alleen maar omdat hun kindertal lager was dan mocht worden verwacht als ze inderdaad de moraal van de kerk op het gebied van de geboortebeperking volgden. En het verklaart ook waarom de zuil na 1960 zo snel instortte, of beter gezegd, leegliep. Het was geen betonnen constructie, maar een luchtballon.

dinsdag 31 maart 2009

Hoeveel miljoen?

Aartsbisschop Dadeus Grings van Porto Alegre heeft gezegd dat er meer katholieken en zigeuners zijn omgekomen tijdens de Shoah dan joden. In totaal zou het gaan om 22 miljoen katholieken.

Het is niet duidelijk waar hij dat getal vandaan heeft. Cijfers over burgerslachtoffers noemen getallen van rond de 50 miljoen. Daar zullen natuurlijk veel katholieken bij zijn: alleen al in Polen gaat het om zo’n 2 miljoen mensen. Maar als ik een betrouwbaar ogend artikel op Wikipedia zie, dan zijn er meer burgers omgekomen in de Sovjet-Unie, China en Indonesië en daar wonen niet zo veel katholieken.

Bovendien hebben de Nazi’s nooit systematisch katholieken opgepakt en vermoord, zoals ze wel deden met de joden. En, inderdaad, met de zigeuners. De aartsbisschop had daar ook Jehova's Getuigen en homoseksuelen aan toe kunnen voegen.

De vergelijking met Wilkinson gaat niet op omdat Grings de moord op de joden niet ontkent. Hoe het geschiedenisonderwijs in Brazilië is, weet ik niet. Maar het zou best kunnen dat de aandacht voor de Tweede Wereldoorlog veel minder is dan in Europa. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Japan. Of misschien is de aartsbisschop gewoon slecht in rekenen.

maandag 30 maart 2009

Geen aids maar malaria

De grootste zorg van de Afrikanen is niet aids, maar malaria. Dat zei Rose Busingye, die de leiding heeft over een centrum in Kampala dat voor aidspatiënten zorgt, volgens Zenit.

Een onderzoek onder Afrikaanse vrouwen wees ook malaria als het grootste probleem aan.

Busingye vertelde ook nog hoe een aantal westerse journalisten reageerden na een bezoek aan haar hulpcentrum voor aidspatiënten. Ze waren zeer onder de indruk en wisten niets anders te doen dan condooms uit te delen, tot grote verbijstering van de patiënten.

Een bezoek aan een ziekenhuis met malariapatiënten is waarschijnlijk minder interessant voor de westerse pers. En misschien is het maar goed ook dat de journalisten daar wegblijven. Misschien gaan ze daar blikjes tonic uitdelen.

dinsdag 24 maart 2009

De twee reizen van Benedictus XVI

Nu de paus weer terug is in Rome kunnen we terugkijken op twee Afrika-reizen. Dat constateren Stijn Fens en John L. Allen. De ene reis stond in het teken van het condoom, de andere ging over Afrika zelf. John L. Allen volgde de paus tijdens zijn reis en merkte daar nauwelijks iets van de commotie die in Europa losbarstte.

De verslagen van Allen geven ook het beste inzicht in wat de Afrikanen nu zelf vinden, want hun mening doet er in Europa nog steeds niet toe. Dat werd het scherpst verwoord door aartsbisschop John Onaiyekan van Abuja in Nigeria. Hij vindt dat kerkleiders in het Westen de ontwikkelingslanden te veel zien als problemen die opgelost moeten worden en te weinig als partners om samen oplossingen te zoeken.

Onaiyekan beschrijft hoe hij als het ware met zijn mijter in zijn hand beleefd moet vragen om een onderhoud met de aartsbisschop van Keulen, met wie hij formeel toch op gelijke voet staat en hij breekt zijn staf over sommige Afrikaanse bisschoppen die zich onderdanig opstellen en zelfs de problemen erger voordoen dan ze zijn “om toch nog een beetje water te persen uit de stenen harten van degenen met wie ze praten”.

Onbewust heeft het Westen nog steeds een koloniale houding ten opzichte van Afrika. De berichtgeving over het pausbezoek ging niet over zaken die Afrikanen bezighouden en ook niet over Afrika, maar over onszelf. Wij weten wat goed is voor de Afrikanen en waar ze al dan niet aan toe zijn: aan monogamie bijvoorbeeld.

vrijdag 20 maart 2009

Nee, een engel!

Vandaag was ik in Mechelen. Daar is binnenkort in het kader van het stadsfestival Stadsvisioenen de Engelenzender van Monique Toebosch weer te horen.

De kunstenares had eind vorige eeuw radiozenders laten plaatsen langs de dijk van Enkhuizen naar Lelystad die engelenmuziek uitzonden. Nu gaat dat de komende maanden in Mechelen gebeuren. De frequenties staan op borden in de stad aangegeven.

Monique Toebosch was geïnspireerd door de zang van de jongens van het kerkkoor dat haar vader, Louis Toebosch, jarenlang leidde. Laat ik nu lid zijn geweest van ditzelfde jongenskoor. Vandaag in Mechelen werd ik er weer aan herinnerd. Precies op tijd!

donderdag 19 maart 2009

Ben ik een terrorist?

Volgens Laetitia van der Lans van projectorganisatie De Zalige Zalm moet er een einde komen aan ‘De terreur van de koren’. Ze zei dit tijdens een bijeenkomst over ‘De gastvrije parochie’, die op 11 maart in Utrecht werd gehouden.

Verslagen zijn te lezen op rorate.com en in het Friesch dagblad.

Zo gastvrij is die parochie dus ook weer niet. Mevrouw Van der Lans wil ‘toegankelijke liederen die ik mee kan zingen’, tijdens de dienst een kindernevendienst en na de dienst koffie, maar geen koor.

Zo‘n koor kan inderdaad heel wat aanrichten. Zelf ben ik er als kind slachtoffer van geworden. Op zevenjarige leeftijd werd ik getroffen door een koor dat de Missa diatonica van Hendrik Andriessen zong. De teksten waren voorzien van Latijn, dat nog eens extra diep doordringt in de ziel.

Meer dan veertig jaar later kamp ik nog steeds met de gevolgen. Ik zing bij diverse koren voornamelijk religieuze muziek. Bij ons in de kerk zit het elke zondag vol met mensen die kwaliteit in de liturgie kunnen waarderen en blij zijn dat ze niet hoeven meezingen dat ze zout en zuur en nog wat zijn.

Een kindernevendienst is er niet: de kinderen zingen mee in het koor. Na de dienst is er wel koffie, maar ik heb niet het idee dat dit het aantal kerkgangers belangrijk doet stijgen.

Het is goed om kennis te nemen van succesvolle methodes om parochies nieuw leven in te blazen. Maar als je die wil toepassen zonder te letten op de sterke punten van je eigen parochie, dan vraag je om moeilijkheden.

Heb je een parochie met een koor dat goed functioneert in de liturgie - ja, ik weet dat er veel koren zijn die de kerk als een concertpodium zien en pastores tot wanhoop drijven - dan moet je dat koesteren. Zie bijvoorbeeld het voorbeeld Zevenbergen.

Als het koor niet functioneert, heeft dat vaak ook te maken met gebrek aan liturgische kennis bij de dirigent en vooral aan gebrek aan kerkmuzikale kennis bij de pastores. Om het koor dan maar tot terroristische organisatie te verklaren, is geen oplossing. Het is weer een voorbeeld van hoe men probeert de steppe te laten bloeien door haar eerst af te branden.

Aanstaande vrijdag ga ik naar de visboer om een mooi stukje zalm te kopen en vervolgens op de grill te leggen. Zalig!

donderdag 12 maart 2009

De paus is feilbaar

In een opmerkelijke brief aan de bisschoppen heeft paus Benedictus XVI uitgelegd waarom hij de excommunicatie ophief van de bisschoppen die door aartsbisschop Lefebvre zijn gewijd. Hij erkent dat hij op de hoogte had moeten zijn van de opvattingen van bisschop Williamson en dat de reikwijdte van de opheffing van de excommunicatie niet voldoende duidelijk was gemaakt.

Maar tegelijkertijd verdedigt hij het besluit om de excommunicatie ongedaan te maken. Hij besluit zijn brief met een citaat uit Paulus‘ brief aan de Galaten 5, 13-15:

Broeders en zusters, u werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als een voorwendsel voor een zondig leven, maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet is vervat in dit ene woord: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Maar als u elkaar blijft bijten en verscheuren, vrees ik dat u elkaar nog eens zult ombrengen.


Dat ‘verscheuren’ had hij altijd beschouwd als een retorische overdrijving die je wel vaker vindt bij Paulus. "Maar helaas gebeurt dat ’bijten en verscheuren‘ nu ook binnen de Kerk als een uitdrukking van slecht begrepen vrijheid”. We zijn geen haar beter dan de Galaten van toen, zegt hij.

Uit de hele brief blijkt dat de paus zich aangevallen voelt door mensen – katholieken met name – die kennelijk uitgingen van zijn kwade trouw en concludeerden dat hij de relatie met de joden en de resultaten van het Tweede Vaticaans Concilie bewust in gevaar bracht. Ook die aantijgingen verwerpt hij in de brief.

En dat allemaal omdat hij niet even via Google op ‘Williamson’ had gezocht. Ik denk het niet. Hij had er tevoren geen idee van wat de opheffing van de excommunicatie teweeg zou kunnen brengen. Een team van media-adviseurs had hem voor deze valkuil kunnen waarschuwen

Van de andere kant: de paus geeft nu een ongekend persoonlijke visie op wat er onder zijn verantwoordelijkheid mis is gegaan. Dat is beter dan dat er aan het pauselijk hof een doctor rotandum (spin doctor) wordt aangesteld. Dan gaat het alleen nog maar om het effect en niet om de inhoud.

Toch even een gratis communicatieadvies aan de paus: doe iets aan de excommunicatie van degenen die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van een abortus bij een negenjarig meisje in Brazilië. Enkele Franse bisschoppen gingen u al voor

dinsdag 10 maart 2009

Salesianen en Yad-Vasjem over Pius XII

Deskundigen van Yad-Vasjem hebben welwillend gereageerd op nieuwe documenten over de rol van paus Pius XII tijdens de Tweede Wereldoorlog. De documenten kwamen ter tafel tijdens het seminar dat Yad-Vasjem en het Studium Theologicum Salesianum afgelopen zondag en maandag organiseerden.

Dat bleek uit een interview dat Radio Vaticana had met pater Roberto Spataro, een van de deelnemers aan het seminar. Volgens hem werd er veel onbekend archiefmateriaal gepresenteerd.

Deze documenten zullen worden gepubliceerd en alle deelnemers waren het erover eens dat de discussie door moet gaan, aldus Spataro.

maandag 9 maart 2009

Jad-Vasjem en Vaticaan over Pius XII

Zondag 8 maart begon een tweedaagse bijeenkomst in Jeruzalem over de rol van paus Pius XII tijdens de Shoah. Vertegenwoordigers van Jad-Vasjem en het Vaticaan discussiëren over dit onderwerp dat een schaduw werpt over het komende bezoek van de paus aan Israël.

De pers werd alleen toegelaten bij de opening van het seminar. Wat er achter de gesloten deuren gezegd wordt, weten we niet maar een oplettende journalist, Ulrich W. Sahm van de Duits-joodse website haGalil.com zag een begin van een discussie.

Nuntius Antonio France merkte op dat er nog nooit een schriftelijk bevel is gevonden waarin Hitler beveelt de joden te vernietigen. Toch staat het vast dat hij dat van plan was. Op dezelfde manier moet de rol van de kerk worden beschouwd, vond de nuntius, die daarmee impliceerde dat het ontbreken van een schriftelijk bewijs voor de hulp van Pius XII aan de joden niets afdoet aan wat de Kerk voor hen heeft gedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Directeur Avner Sjalev van Jad-Vasjem schudde hevig met zijn hoofd en begon aantekeningen te maken toen hij dat hoorde. Gelegenheid om vragen te stellen was er niet, dus is het afwachten of de discussie nog naar buiten komt.

zaterdag 7 maart 2009

Adrianus was niet sneu

Ook pausen worden verkeerd begrepen. Kijk maar naar de recente gebeurtenissen rond Benedictus XVI en ook zijn voorganger Adrianus VI kon ervan meepraten.

Hij erkende dat de fouten die aan de top van de rooms-katholieke kerk waren gemaakt, hadden geleid tot het protest van Luther. Deze schuldbekentenis die werd voorgelezen aan de Duitse vorsten had evenwel een averechts effect: de positie van Luther werd erdoor versterkt. ‘Zie je wel dat de roomse kerk niet deugt. De paus zegt het zelf!’

Later kreeg hij wel gelijk: na het concilie van Trente werd de rooms-katholieke kerk grondig hervormd. Maar dat was tientallen jaren na de dood van Adrianus. Hij lijkt een wat sneue figuur: zijn pausschap en misschien ook wel zijn leven waren mislukt.

Zo erg was het gelukkig niet. Dat bleek onder meer uit de lezing die Marcel Gielis, medewerker van de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg, hield tijdens de herdenking van Adrianus VI op zaterdag 7 maart in Utrecht.

Als deken van Leuven had Adrianus er al op aangedrongen dat de kanunniken zich aan het celibaat zouden houden. Daarop probeerde de maîtresse van een van de kanunniken hem te vergiftigen en alleen omdat er toevallig een arts in de buurt was, bleef hij in leven.

Daardoor kreeg hij de gelegenheid om de theologie in Leuven op een hoger peil te brengen. Theologen moesten actuele kwesties bekijken in het licht van de schrift en zich niet verliezen in academische kwesties. Onder zijn studenten bevonden er zich die later vooraanstaande theologen werden.

Hij reorganiseerde de opleiding zodat we kunnen spreken van seminaries-avant-la-lettre. Zelf kocht hij een huis in Leuven waarin zo’n priesteropleiding werd ondergebracht. “Adriaan was al bezig met de hervorming van de kerk voordat er sprake was van de reformatie”, concludeerde Gielis.

Voordat hij paus werd had hij dus al een naam opgebouwd als theoloog. Dat is een aspect van zijn leven dat pas nu wordt herontdekt.

Maar ook zijn korte periode als paus was een mijlpaal in de geschiedenis. Het ‘mea culpa’ dat hij namens de leiding van de Kerk uitsprak, was een ongekend feit. Paus Johannes Paulus II verwees ernaar toen hij in 1985 Utrecht bezocht. In die tijd werd dat niet opgemerkt want in die tijd luisterde men hier niet naar de paus, maar sprak hem bestraffend toe.

We hoeven Adrianus VI nu niet meteen op te hemelen: hij stelde ook de inquisiteur aan die de eerste ‘ketters’ in de Nederlanden naar de brandstapel verwees. Maar hij was ook niet de beklagenswaardige figuur die in Rome eenzaam op een dieet van kabeljauw en bier aan zijn einde kwam. Lees ook het artikel van Antoine Bodar in Trouw.

dinsdag 3 maart 2009

Persdienst Vaticaan verdedigt zich.

Het hoofd van de persdienst van het Vaticaan, pater Frederico Lombardi, vindt het overdreven dat de manier waarop het opheffen van de excommunicatie van de Pius X-broederschap in de publiciteit is gebracht, wordt beschreven als een ‘ramp’. Onder meer de Amerikaanse Vaticaan-kenner John L. Allen liet zich in dergelijke bewoordingen uit. Maar Lombardi geeft toe dat er problemen zijn geweest.

Lombardi hoopt dat voortaan beter gelet wordt op woordkeuze en dat er wordt nagedacht over eventuele vragen die een bericht kan oproepen voordat het de wereld in wordt gestuurd. Ook hoopt hij dat binnen de curie iedereen meewerkt aan een samenhangend communicatiebeleid.

Dat waren nu juist twee voorname punten van kritiek: de opheffing van de excommunicatie van de leden van de Pius X-broederschap werd door de meeste media ten onrechte geïnterpreteerd als een rehabilitatie. Het Vaticaan had de betekenis van de opheffing daarom beter moeten toelichten.

En verder is nog niet iedereen binnen het Vaticaan overtuigd van de noodzaak om deskundigen te raadplegen als iets naar buiten wordt gebracht, maar wat dat betreft lijkt de top van de katholieke kerk op andere grote organisaties.

Bron: Zenit

maandag 2 maart 2009

Rondom 10: een freak show


Ik had iets goed te maken: eigenlijk kijk ik veel te weinig naar serieuze praatprogramma’s op tv. Zaterdagavond ben ik eerst maar eens begonnen met ‘Rondom 10’.

Onderwerp van de uitzending was, voor zover ik begreep, de discussie tussen creationisten en aanhangers van de evolutietheorie. Er was dan ook een mijnheer uit Urk uitgenodigd die in het hele land folders over het creationisme had rondgestuurd en een mijnheer die ze allemaal weer naar hun maker wilde terugsturen.

Dat de twee heren er binnen drie kwartier niet uitkwamen, was niet verwonderlijk. Ook de overige gasten konden weinig bijdragen aan een echte discussie. Er was en mevrouw die vooral wilde evangeliseren en natuurlijk was er een moslim. Hij zag geen conflict tussen zijn geloof en de wetenschap, maar hoe dat precies zat heb ik niet begrepen.

Dat is namelijk niet de bedoeling van het programma. De presentator leek helemaal niet geïnteresseerd in welke mening dan ook, maar alleen in straffe uitspraken waar hij dan weer tegenin kon gaan.

Even werd het spannend toen er een gek, die kennelijk door de beveiliging was geslipt, het woord nam. Maar hij bleek ook een van de uitgenodigde gasten te zijn. Hij was 35 jaar als missionaris werkzaam geweest, maar had zijn missionaire motor in zijn achteruit gezet zodat hij nu het christendom, het jodendom en de islam als gevaarlijke onzin bestreed.

De redactie had duidelijk haar best gedaan om zo extreem mogelijke meningen naast elkaar te zetten, zonder dat dit tot zinnige conclusies hoeft te leiden.

Dat ze ook de publicist Anton de Wit hadden uitgenodigd, moet dan ook een vergissing zijn geweest. De verantwoordelijke redacteur zal dat wel te horen “Hoe heb je die vent uit kunnen nodigen, hij was helemaal normaal.” “Hoe kon ik dat nou weten. Hij noemt zich toch orthodox katholiek? die moslim van jou was trouwens ook veel te aardig.”).

Zo zaten we dus drie kwartier naar vijf parallelle universums te kijken waarbinnen totaal verschillende vormen van logica heersten. Eigenlijk was het de 21ste-eeuwse vorm van een freak show. Het is niet de bedoeling iets te begrijpen van wat je ziet, maar alleen om je te verbazen of te griezelen bij de aanblik van de vrouw met de baard en het kind met twee hoofden.

Een evenwichtskunstenaar hoort niet thuis in een freak show. De genuanceerde mening van Anton de Wit kwam dan ook niet uit de verf. Graag verwijs ik dan ook naar zijn weblog en naar een website die hij aanbeveelt: Stop de strijd! “Een verademing tussen al het vermoeiende gekrakeel”. Inderdaad.

Dit was de laatste keer dat ik naar ‘Rondom 10’ heb gekeken. Ik ga wel weer boeken lezen.

woensdag 25 februari 2009

Het calvinisme als Vlaamse import

De storm van het Calvijn-jaar is weer een beetje gaan liggen. We hebben allemaal onze C-factor bepaald (de mijne was 39) en de rest van het jaar kunnen we ons bezig houden met de vraag of Calvijn heeft bijgedragen aan de sombere inslag van het Nederlandse volk.

Daarbij zien we - met uitzondering van het Reformatorisch Dagblad dat op zoek ging naar sporen van het calvinisme in Vlaanderen - over het hoofd dat de leer van Calvijn allereerst wortel schoot in Vlaanderen. De handelsmetropool Antwerpen was een smeltkroes van allerlei reformatorische stromingen en op een gegeven moment was de helft van de inwoners luthers of calvinistisch. Brugge was volgens een Spaanse spion erger dan Genève en in Gent heerste van 1578 tot 1584 een calvinistisch bewind dat probeerde alle sporen van het katholieke geloof uit te wissen.

De verovering door de Spanjaarden van Gent in 1584 maakte hier een eind aan en toen ook Antwerpen het jaar daarop in Spaanse handen kwam, was het afgelopen met het protestantisme in de Zuidelijke Nederlanden. Alleen al uit Gent vluchtten 15.000 protestanten - naar schatting een derde van de bevolking - naar de Noordelijke Nederlanden.

Onder de immigranten waren veel intellectuelen en ondernemers die zouden bijdragen aan de bloei van de Republiek. Bovendien had Holland zich doordat de strijd zich in Vlaanderen afspeelde goed kunnen voorbereiden op de strijd. Holland warmde zich aan het afgebrande huis van de buren, aldus een Vlaming uit die tijd die toen al goed de rol van underdog wist te spelen ten opzichte van de noorderburen.

Veel informatie over dit onderwerp is te vinden in het boek van Johan Decavele, De eerste protestanten in de Lage Landen. Geloof en heldenmoed (Leuven: Davidsfonds, 2004) Isbn 90-852610-0-7

maandag 23 februari 2009

Carnaval

Lang geleden dat ik zo veel nonnen en paters op straat heb gezien. Het is dan ook carnaval. Vroeger verkleedde je je dan als boer (tenzij je boer was), maar tegenwoordig hebben de fantasie-uitdossingen de overhand. Waarom men soms kiest voor jolijt in een habijt weet ik niet.

In diverse kerken hebben afgelopen zondag voorgangers op de een of andere manier aandacht besteed aan carnaval. Dan bedoel ik niet de carnavalsmissen, maar de gewone vieringen.

Vroeger werd er vanaf de preekstoel hel en verdoemenis gepreekt over de carnavalvierders, maar tegenwoordig lijkt men bang dat de mensen weglopen als er geen aandacht aan wordt besteed. Dames en heren voorgangers: dat hoeft niet hoor. Durf het volgend jaar nu eens aan om het woord ‘carnaval’ niet te noemen. Wedden dat er niemand boos wordt?