donderdag 4 maart 2010

De brokkelige linkerkant van het CDA

‘Christelijk-sociaal’ noemt de Christen Unie zich. Dat sociaal-christelijke trekt ook steeds meer katholieken. Maar of de katholieke stekjes in de reformatorische bodem zullen kunnen aarden, is nog de vraag. Daarom leven er weer ideeën over een katholiek-sociale partij. Iemand twitterde zelfs over de tijden van de katholieke politicus Schaepman (1844-1903).

Nu het CDA de steven weer naar rechts – om de vergelijking consequent door te voeren stuurboord – heeft gewend door de PvdA op voorhand als coalitiepartner af te wijzen, duiken er ideeën op over een katholieke-sociale partij. Als het ervan komt zal dit nieuwe partijtje in een lange traditie staan.

Zo lang als de katholieken zich politiek hebben georganiseerd, breken er van tijd tot tijd aan de linkerkant stukjes van die eenheid af. De laatste was de Politieke Partij Radicalen (PPR) die in 1968 werd opgericht en die in 1973 zeven zetels haalde en deel ging uitmaken van het kabinet-Den Uyl. De PPR ging uiteindelijk op in Groen Links.

Maar ook in de tijd van het Rijke Roomse Leven was er voortdurend rumoer aan de linkerkant van de katholieken. Rond 1920 bestonden er in Breda bijvoorbeeld twee katholieke kieslijsten die elkaar fel bestreden.

De grootste groep was de kiesvereniging met de degelijke naam ‘Recht en Orde’. Daarnaast was er de katholieke groep-Schaepman. Niet omdat hun fractievoorzitter zo heette, als verwijzing naar de katholieke politicus Schaepman.

Een systematisch studie van de verhouding tussen de twee groeperingen heb ik nog niet gemaakt, maar wel is duidelijk dat de twee recht tegenover elkaar stonden.

Toen in 1922 een voorstel in de raad kwam om de openbare viering van carnaval te verbieden, was Recht en Orde voor en Schaepman tegen. Het voorstel was overigens ingediend door een vrouwelijk lid van de fractie van de sociaal-democratische SDAP. Haar mannelijke partijgenoten stemden tegen.

Aanleiding voor het voorstel was de zedenverwildering tijdens de carnavalsviering. In de Bredase Veemarktstraat waren alle dienstbodes zwanger geraakt, beweerden de voorstanders. Nota bene de fractievoorzitter van de groep-Schaepman wees erop dat in die straat ook het bisschoppelijk paleis stond. De fractie van Recht en Orde protesteerde luidkeels tegen deze suggestieve opmerking.

In 1926 maakten de bisschoppen een eind aan de politieke verdeeldheid van de katholieken. Als laatste zuil kreeg de katholieke een eigen partij: de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP). Ook in Breda kwam een eind aan de dissidente groep-Schaepman.

De RKSP en na de Tweede Wereldoorlog de KVP bleven partijen die allerlei tegenstrijdige belangen moesten behartigen. De fractie van de partij was een parlement in het parlement, schreef de historicus J. Bosmans in de Algemene Geschiedenis der Nederlanden. En vooral de SDAP/PvdA trokken telkens brokstukken uit de linkerkant die in de sociaal-democratische partij opgingen of een splinterpartijtje met beperkte houdbaarheid gingen vormen.

Inmiddels heeft een flinke scheut liberalisme de katholieke stroming binnen Groen Links zo verdund dat de partij geen alternatief meer is voor wie een katholiek-sociale koers wil varen. De bisschoppen zullen nu niet meer ingrijpen om het CDA te redden: een nieuwe kans voor de groep-Schaepman?