Nog voordat ik mijn laatste artikel over het boek ‘Bisdom langs de Maas’ over de geschiedenis van het bisdom Roermond heb kunnen schrijven, is het boek al uitverkocht, meldt het bisdom. Toch wil ik er nog een stukje aan wijden, want in mijn eerste blog over het boek vroeg ik mij af of het katholieke geloof inderdaad de belangrijkste factor is die de Limburgers door de eeuwen heen heeft verbonden, zoals de tekst op de achterflap van het boek stelt.
Ik geef toe: ik heb niet het hele boek gelezen, maar ik heb er wel een belangrijk argument in gevonden waarom er een bijzondere band is tussen het katholicisme en Limburg. De provincie zoals wij die nu kennen, is een product van het Congres van Wenen dat nadat Napoleon verslagen was, de kaart van Europa opnieuw tekende.
Er kwam een nieuw Koninkrijk der Nederlanden dat bestond uit de voormalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Oostenrijkse Nederlanden, het prinsbisdom Luik en nog wat territoriaal strooigoed aan de oostgrens van de nieuwe staat. Dat werd nu Limburg genoemd, hoewel deze gebieden nooit tot het oude hertogdom met die naam hebben behoord: dat lag grotendeels in de huidige provincie Luik. Venlo en Roermond waren net zo Limburgs als Arnhem en Zwolle nu; Maastricht was verdeeld tussen Brabant en Luik.
In 1830 viel het nieuwe koninkrijk alweer uit elkaar en het heeft nog jaren geduurd voordat Limburg definitief Nederlands werd. Het had ook Belgisch of Duits kunnen worden.
Juist in die tijd kreeg het huidige bisdom Roermond zijn vorm en begon de opbouw van de rooms-katholieke Kerk in Nederland. De eerste bisschoppen van het opnieuw opgerichte bisdom moesten eenheid zien te scheppen onder hun gelovigen. En passent droegen ze bij aan het scheppen van een Limburgse identiteit die misschien wel de sterkste regionale identiteit is binnen Nederland, vergelijkbaar hoogstens met die van Friesland. Maar dat was al eeuwen een eenheid. Ik betwijfel of de Flevolanders dit Limburgse kunststukje kunnen herhalen.