zaterdag 30 januari 2010

Ora of labora?

Dit jaar is het elfhonderd jaar geleden dat de abdij van Cluny werd gesticht. Hier werd de regel van de H. Benedictus strikt nageleefd, met de nadruk op het bidden. Dat droeg bij aan de rijkdom van het klooster doordat steeds meer mensen er missen lieten opdragen voor overledenen.

De rijkdom van het klooster en van de liturgie die er werd gevierd, leidde tot een reactie: in 1098 werd de cisterciënzer orde opgericht. Die legde meer de nadruk op het labora. De cisterciënzers hebben bijvoorbeeld in de Nederlanden grote gebieden ontgonnen en leverden een belangrijke bijdrage aan technische vernieuwingen.

Het zoeken van evenwicht tussen ora en labora is dus niets nieuws. In de achttiende eeuw werden vele contemplatieve kloosters gesloten omdat de overheid ze nutteloos vond. Een mening die ook binnen de Kerk werd gedeeld, want de negentiende eeuw zou de tijd worden van de actieve congregaties die de basis legden voor de gezondheidszorg en het onderwijs zoals we dat tegenwoordig kennen.

Maar ook deze congregaties moesten een evenwicht zien te vinden tussen bidden en werken. In de loop van de twintigste eeuw werden hun taken zo zwaar dat het gebedsleven erbij inschoot. De spiritualiteit van de congregaties werd steeds oppervlakkiger en de herbronning van deze spiritualiteit was een belangrijk onderdeel van de hervormingen die ze in de jaren 1960 ondergingen.

Zo bezien is het probleem dat zich voordoet bij de zusters van St. Jan helemaal niet zo bijzonder. Ook zij staan nu blijkbaar voor de vraag wat het evenwicht moet zijn tussen actie en contemplatie. De geschiedenis leert dat een definitief antwoord nooit te geven is.