1. Hoe vindt de kerk opnieuw een relevante functie in een tijd van overvloed van religieus en spiritueel aanbod terwijl ze lange tijd gewend was aan een sterk monopolie?
Is dat aanbod werkelijk zo groot? Binnen de sector van religie en spiritualiteit in Nederland de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerk in Nederland nog steeds de grootste spelers. Daar is nu de islam bij gekomen, maar die heeft een heel eigen marktaandeel. Het probleem is niet dat het aanbod aan spiritualiteit en religiositeit groter is geworden, maar dat deze factoren een veel kleinere rol speelt in de maatschappij dan vroeger.
2. Hoe kan de kerk functioneren in een tijd van dynamische netwerken en sociale interactie, terwijl ze tot nu voornamelijk functioneert langs de lijnen van hiërarchie en organisatie?
Dynamische netwerken en sociale interactie zijn geen nieuwe verschijnselen. Ook tijdens de Reformatie verspreidden nieuwe ideeën zich langs deze wegen. Die interacties speelden zich vooral af in steden die veel contacten met elders hadden. Havensteden zoals Antwerpen dus. En welke ideeën kregen daar aanhang van betekenis? Die van de calvinisten, want zij waren het beste georganiseerd. De katholieke kerk kon pas weer een rol gaan spelen toen zij zich gereorganiseerd had (en de Spanjaarden de stad hadden veroverd natuurlijk).
3. En tenslotte: hoe kan de kerk acteren in een tijd die zich razendsnel ontwikkelt, terwijl de bestaande organisatie vaak wordt gestuurd door trage processen en uitgaat van een stabiele samenleving?
Het gevoel in een tijd te leven waarin alles razendsnel verandert, is van alle tijden. Dat wil niet zeggen dat er tijden zijn waarin de maatschappij razendsnel verandert. Alleen worden de consequenties pas na jaren duidelijk. De kerk heeft wel meer crises meegemaakt en is daar nooit uitgekomen door zich paniekerig proberen aan te passen, maar door zich te bezinnen op haar uitgangspunten en doordacht te werk te gaan.