De storm van het Calvijn-jaar is weer een beetje gaan liggen. We hebben allemaal onze C-factor bepaald (de mijne was 39) en de rest van het jaar kunnen we ons bezig houden met de vraag of Calvijn heeft bijgedragen aan de sombere inslag van het Nederlandse volk.
Daarbij zien we - met uitzondering van het Reformatorisch Dagblad dat op zoek ging naar sporen van het calvinisme in Vlaanderen - over het hoofd dat de leer van Calvijn allereerst wortel schoot in Vlaanderen. De handelsmetropool Antwerpen was een smeltkroes van allerlei reformatorische stromingen en op een gegeven moment was de helft van de inwoners luthers of calvinistisch. Brugge was volgens een Spaanse spion erger dan Genève en in Gent heerste van 1578 tot 1584 een calvinistisch bewind dat probeerde alle sporen van het katholieke geloof uit te wissen.
De verovering door de Spanjaarden van Gent in 1584 maakte hier een eind aan en toen ook Antwerpen het jaar daarop in Spaanse handen kwam, was het afgelopen met het protestantisme in de Zuidelijke Nederlanden. Alleen al uit Gent vluchtten 15.000 protestanten - naar schatting een derde van de bevolking - naar de Noordelijke Nederlanden.
Onder de immigranten waren veel intellectuelen en ondernemers die zouden bijdragen aan de bloei van de Republiek. Bovendien had Holland zich doordat de strijd zich in Vlaanderen afspeelde goed kunnen voorbereiden op de strijd. Holland warmde zich aan het afgebrande huis van de buren, aldus een Vlaming uit die tijd die toen al goed de rol van underdog wist te spelen ten opzichte van de noorderburen.
Veel informatie over dit onderwerp is te vinden in het boek van Johan Decavele, De eerste protestanten in de Lage Landen. Geloof en heldenmoed (Leuven: Davidsfonds, 2004) Isbn 90-852610-0-7