Dertigduizend deelnemers waren er tijdens het concilie van Konstanz (1414-1418). Dat las ik tenminste in het eerbiedwaardige handboek Histoire du christianisme. Ik moest denken aan de mensen achter het blad Catholica. Zij bestrijden de theologen die ervoor gezorgd hebben dat het Tweede Vaticaans Concilie geen echt concilie was – tenminste in de ogen van met name Catholica-redacteur Tom Zwitser. Dertigduizend theologen: daar worden de Catholica-boys ’s nachts badend in het zweet van wakker.
Bij nader inzien blijken de meesten die zich in die jaren in Konstanz ophielden handelaars en mensen uit de dienstverlenende sector, maar er waren inderdaad veel meer theologen (ongeveer 750) dan bisschoppen (zo’n 300). Voornaamste uitkomsten van het concilie waren dat er een paus werd gekozen (er waren er op dat moment namelijk drie) en dat de Boheemse prediker Jan Hus wegens ketterij op de brandstapel werd gezet.
Het concilie van Konstanz zou een vervolg krijgen in Bazel, waar de theologen probeerden de macht van de paus te beperken, maar dit liep op niets uit. Maar toch blijkt hieruit dat theologen al voor het Tweede Vaticaans Concilie hun stempel drukten op concilies.
Toevallig besteedde het Katholiek Nieuwsblad vorige week weer eens aandacht aan het theologen-bestrijdende Catholica. Het blad blijkt zich nu ook te richten tegen priesters die een stropdas dragen. Daarmee vormen ze het spiegelbeeld van de katholieken die het benauwd krijgen als ze een priesterboordje zien. Daar heb ik al eerder eens over geschreven.
Toch heeft Catholica een punt. In 1968 schreef een kapelaan in het Bredase bisdomblad dat de bisschop binnenkort net als elke andere manager en huisvader een stropdas zou gaan dragen. Het artikel is interessant omdat het een beeld geeft van hoe men in die tijd de toekomst van de Kerk in Nederland zag. Ik zal er later nog eens op terugkomen. Niet om stropdasdragende priesters te veroordelen – dat mag Catholica doen – maar te proberen te begrijpen hoe men toen dacht.