Mag je iemand slaan die op een oneerbiedige manier te communie gaat of moet je zo iemand verbaal tot de orde roepen? De laatste optie lijkt me de meest voor de hand liggende, maar Observatrix citeert in haar blog iemand die ook de eerste mogelijkheid open. Deze doet dat naar aanleiding van een incident waarbij een priester iemand die de hostie uitspuugde een dreun verkocht, waarna er een handgemeen volgde.
Dat toont al aan dat een liturgische variant van de pedagogische tik niet wenselijk is. De zaak escaleerde en het nieuws over het relletje dat erop volgde gaat op dit moment de hele wereld rond.
Volgens mij is het trouwens met de eerbied in de kerken beter gesteld dan vijftig jaar geleden. Toen moest er een suisse aan te pas komen met een sjerp met de tekst ‘Eerbied in Gods huis’. Uit notulen van kerkbesturen weet ik dat die er niet voor niets stond. Het was vooral achterin de stampvolle kerken behoorlijk onrustig.
Ook weet ik dat men als het moment daar was massaal de communiebanken bestormde. Er is me een geval bekend waarin een misdienaar die regelend moest optreden, tegen de grond werd geslagen. En dat was bepaald niet in een kerk in een achterbuurt.
Bij de praktische uitvoerbaarheid van de liturgische tik heb ik trouwens ook zo mijn vraagtekens. Wat doet een hoogbejaard pastoortje met een uit de kluiten gewassen achttienjarige? Mag de priester ook vrouwen slaan of moet hij hiervoor een beroep doen op een stevig gebouwde non? Waar halen we die vandaan? Wat te doen met een ettertje dat demonstratief zijn andere wang toekeert?
Vervolgens komt de vraag op of ook in andere gevallen geweld mag worden gebruikt, en hoe ver je daarin mag gaan. Mogen gelovigen een predikant die veel te lang preekt van de preekstoel slaan? Hoe zit het met mensen die aan zelfkastijding doen? Mogen die zich dan voor straf een tijdje niet slaan?
Als je eraan begint om nukkige pubers te slaan, waar houdt het dan op? We kunnen beter het voorbeeld nemen aan de manier waarop een soortgelijk incident zo’n tweeduizend jaar geleden werd beĆ«indigd door het zwaard weer in de schede te steken.