‘Internetdominee’ Boele Ytsma:
De kerk ligt niet voorop als het gaat om het gebruik van internet. Merkt vooral angst. Waarschijnlijk vanwege het anarchistisch karakter. Elke goeroe kan zijn boodschap kwijt. Er zit geen filter van een redactie of uitgever tussen. Wel achteraf door een ongedefinieerde lezersgroep. Dit kan foutieve beeldvorming en informatie in de hand werken.
Internet is een sociaal medium. Vroeger was het voornamelijk eenrichtingsverkeer. Nu twitteren en bloggen we. Dat interactieve gebruik noemen we Web 2.0: zenders zijn ontvangers geworden en omgekeerd. Dat is het meest revolutionaire aan internet. ‘Delen’ is het centrale begrip.
Het anarchistisch karakter van internet heeft de verzuilde samenleving vernietigd. Elk klassiek instituut verkeert in crisis. Doktoren krijgen steeds meer patiënten die hun diagnose al hebben gesteld. Iets dergelijks ervaren pastores.
Dankzij de krant kon de zuil ontstaan: de krant schreef voor wat je moest denken. Maar het sociale karakter van internet heeft ook een nieuwe samenleving doen ontstaan. De groep of de zuil staat niet meer centraal, maar de individuele mens. Banden zijn losser en de leden bepalen de kleur van de groep.
Gemeenschappen zijn van alle tijden. Maar die komen nu anders tot stand. Delen is het kernwoord van Web 2.0. Mensen maken deel uit van verschillende gemeenschappen die elkaar soms niet meer overlappen: het is meer een netwerk geworden.
Wat betekent dit voor kerk en samenleving. Je moet niet naar internet kijken en de communities als virtuele tempels bekijken. De communities hangen samen met de netwerksamenleving. Daardoor voelen oudere generaties de samenleving als chaotisch. Jongeren zijn het gewend.
1. Kerken zouden vriendengroepen op hyves of zo moeten maken. Groepen van mensen die je vertrouwt. Zo laat je zien wat je sociaal kapitaal is. Religieuze groepen kunnen een voorbeeld zijn, want in religie draait het nu juist om vertrouwen. Zo kunnen we door dat anarchisme heenbreken. Als cirkels van vertrouwen.
2. Door online en offline te verbinden: internet is geen wereld die op zichzelf staat. Contact via internet leidt vaak ook tot ontmoeting in het echte leven. Kerkzijn heeft fysieke knooppunten nodig: sacrale gebouwen en gemeenschap. Als pastores online contacten leggen, wordt zondags het offline contact misschien makkelijker.
3. Wees zelf verbinder in de netwerksamenleving. Gebruik internet hiervoor. Maar vergeet niet dat het om echte mensen zijn die blij elkaar komen: het gaat om de mensen. ‘Virtueel contact’ is daarom eigenlijk een verkeerde uitdrukking. Het gaat om mensen die vertrouwen en verbinden.
Paulus reisde rond van knooppunt naar knooppunt: hij reisde naar havensteden en schreef brieven om die gemeenschappen te verbinden. “What would Paul do? He would twitter”