zaterdag 18 april 2009

Mensen opvissen met het web

Voor het eerst in zeven jaar ging Isidorusweb, het portaal voor surfende katholieken, off-line. De prijswinnende website organiseerde een symposium rond internetspiritualiteit. Wat is het en wat kun je ermee doen?

Een kaarsje opsteken op internet. Het lijkt kitsch in de overtreffende trap, maar het blijkt een van de meest zinvolle toepassingen van spiritualiteit op het wereldwijde web die er zijn. Dat bleek uit de bijdrage van cultuursociologe Ineke Noomen. Mensen waarderen dit omdat ze er een gebedsintentie bij kunnen opgeven. Die kunnen andere internetsurfers lezen en dat geeft een gevoel van verbondenheid.

Daar ging het Erik Borgman, hoogleraar theologie van de religie aan de Universiteit van Tilburg vooral om: “Waar mensen compassie hebben met elkaar, daar is God aanwezig”. Het web lijkt wel een netwerk van individuen die achter hun computer zitten, maar toch is het een vorm van verbondenheid. Wie een website maakt, doet dat in de hoop dat anderen die site bezoeken. En het is nu juist de specifieke taak van de kerk om mensen uit hun individualiteit te halen.

“Mensen lijden eraan dat ze alleen zijn. Daarom daarom bloeien de zelfhulpwebsites”. Aldus Borgman die vindt dat het nu juist de specifieke taak van de kerk is om mensen uit hun individualiteit te halen. De kerk zou daarom haar virtuele netten uit moeten gooien om die mensen op te vissen via het web.

Het virtuele kaarsje is dan alleen maar een middel en geen doel, want de lichamelijke ervaring ontbreekt. Volgens René Munnik, universitair docent systematische theologie en wijsbegeerte aan de Universiteit van Tilburg is lichamelijkheid een voorwaarde voor spiritualiteit. Veel vormen van ‘internetbetovering’ ontbreekt het hieraan en al die fantasiewerelden die worden opgeroepen hebben niets met spiritualiteit te maken, vindt hij. Kunstenaars zullen zich het nieuwe medium eigen moeten maken, zoals ze dat bijvoorbeeld ook met de fotografie hebben gedaan. Volgens Munnik is dit een goed voorbeeld: The giver of names.

Heel concrete aanbevelingen kwamen er niet uit het symposium, meer inspirerende ideeën om verder te gaan. Uiteindelijk bestaat het massale gebruik van het internet nog geen vijftien jaar.