In drie achtereenvolgende blogs gaf pastoor Jack Honings een korte heldere beschrijving van het verschil tussen de Tridentijnse liturgie en de liturgie zoals het Tweede Vaticaans Concilie die ziet. Ook ging hij in op de reacties, waarvan er sommige ronduit ‘hatelijk’ waren.
Honings signaleert dat nogal eens wordt opgemerkt dat de Tridentijnse mis ‘sacraler’ zou zijn. Hij schrijft dat toe aan de meer theatrale indruk die de Tridentijnse mis geeft. Wie nog nooit in het theater is geweest, zal in eerste instantie ook de voorkeur geven aan La Traviata boven een vioolconcert, aldus Honings.
Dat misverstand wordt volgens mij in de hand gewerkt door de manier waarop de verandering van de Tridentijnse naar de ‘Vaticaanse’ rite plaatsvond.
In veel gevallen ging die verandering gepaard met nog veel verdergaande hervormingen. De mis werd een bijeenkomst die op een willekeurige manier kon worden ingevuld. Latijn leek verboden en de voorgeschreven teksten waren er om niet gebruikt te worden.
In zijn recensie van de film Gods eigen parochie over de Utrechtse pater Kotte beschrijft Frank Bosman hoe onder invloed van die radicale veranderingen de verwarring onder de gelovigen toesloeg. Zij kregen de indruk dat het enige alternatief voor de beatmis de Tridentijnse mis was. Ik maak me sterk dat veel van die mensen zich uitstekend zouden kunnen vinden in een mis volgens de ritus van het Tweede Vaticaans Concilie, maar dan wel met kerkmuziek van voor 1960 en zo mogelijk deels of geheel in het Latijn.
Als de mis volgens het Tweede Vaticaans Concilie een vioolconcert is, dan hebben sommige liturgiehervormers er een feestje met een polonaise van gemaakt. Geen wonder dat mensen terugverlangen naar La Traviata.