donderdag 30 september 2010

Wachten op rood

Blogster Observatrix is een actie gestart om te voorkomen dat mgr. Eijk kardinaal wordt. Toch hoeft het geen overwinning voor haar te zijn, mocht de aartsbisschop van Utrecht niet op het lijstje van nieuwe kardinalen voorkomen. Zijn voorganger Alfrink moest ook jaren wachten totdat hij eindelijk rood kon gaan dragen.

In 1959 leek het eindelijk zo ver te zijn – Alfrink was sinds 1955 aartsbisschop van Utrecht – maar er deed zich een complicatie voor. Traditioneel telde het college van kardinalen zeventig leden, maar de toenmalige paus Johannes XXIII had dit aantal overschreden. De paus wilde voorzichtig te werk gaan met deze uitbreiding en tachtig leek hem voorlopig een veilige grens. Weldra zou hij nieuwe kardinalen creëren, zoals dat heet, en Alfrink was nummer tachtig.

Maar er deed zich een complicatie voor. De stokoude secretaris van het pauselijke gerechtshof moest op een nette manier van zijn functie worden ontheven. Hij wilde op zijn 87ste nog lang niet met pensioen, maar de paus had een plan. De secretaris werd bij hem ontboden en kreeg te horen dat hij kardinaal zou worden.

Het was de bedoeling dat de man zou weigeren met het argument dat hij te oud was. Dit was dan een kans voor open doel voor de paus om te zeggen dat hij dan ook maar moest terugtreden als secretaris.

Helaas speelde de secretaris het spelletje niet mee en zei hij vol dankbaarheid ja tegen de kardinaalshoed die hem werd voorgehouden. De paus kon moeilijk op zijn toezegging terugkomen en daarmee was het aantal van tachtig al vol. Alfrink – en heel Nederland met hem, niet alleen de katholieken – had er al op gerekend dat hij in 1959 kardinaal zou worden. Dat beschouwde men toen nog als een zaak van nationale eer. Maar het gebeurde dus pas het jaar daarop.

Bron: Ton H.M. van Schaik, Alfrink. Een biografie (Baarn 1997)

woensdag 22 september 2010

Newman en de tandarts

Was kardinaal Newman homo? Niet in die zin dat hij zich in bepaalde kringen bewoog om leuke jongemannen aan de haak te slaan. Hij had gewoon een bijzonder nauwe band met zijn vriend Ambrose St. John. Op zijn uitdrukkelijk verzoek werd Newman na zijn dood in hetzelfde graf begraven als zijn eerder gestorven vriend.

Maar niet alle katholieken vinden dat gewoon. In een uitzending van het Amerikaanse radiostation NPR zei pater James Martin s.j. dat het idee dat pelgrims het graf van Newman zouden bezoeken en daar de naam van Ambrose St. John op dezelfde grafsteen zouden zien, nogal wat wenkbrauwen heeft doen fronsen. Vandaar dat de stoffelijke resten van Newman onlangs naar een ander graf werden overgebracht.

Steeds worden katholieke autoriteiten zenuwachtig als een relatie tussen twee mannen aan de orde is. Helemaal niet nodig, vindt Martin: er zijn volop heiligen die homoseksueel georiënteerd waren. Daar is niets op tegen en het is een kwestie van tijd voordat de Kerk dat openlijk erkent. Zie bijvoorbeeld ook dit artikel op Isidorusweb

Ook John Cornwell, die een biografie van Newman schrijft, is nergens reviaanse lofzangen op de knapenliefde tegengekomen in het werk van de kardinaal. Wel van zijn bijzondere band met St. John.

Ook Cornwell laat dus zien dat Newmans relatie met zijn vriend voor katholieken voorbeeldig kan zijn. Hij bederft het alleen wanneer hij zegt dat St. John zelfs de koffers van Newman pakte als die op reis ging, ervoor zorgde dat hij zijn medicijnen nam en dat hij op tijd naar de tandarts ging. Net zoals een vrouw dat zou doen, aldus Cornwell. Een vrouw? Cornwell heeft een wel erg traditioneel beeld van de rol van de vrouw. Tegenwoordig heb je voor dat soort karweitjes een personal assistent.

donderdag 16 september 2010

Wie betaalt de Kerk na België?

De grootste partij van Vlaanderen is voor Vlaamse onafhankelijkheid en de Waalse politici spelen openlijk met een plan-B voor het geval er geen regering te vormen is: een onafhankelijk Wallonië.

Stel dat België inderdaad uit elkaar valt. Wat heeft dat dan voor gevolgen voor de Kerk?

De indeling van de bisdommen is nog het minste probleem. Alleen het aartsbisdom Mechelen-Brussel omvat nu zowel Vlaamse als Waalse gebieden en het Brussels Hoofdstedelijk gewest. De drie gebieden zijn nu al vicariaten met een hulpbisschop. Maak die van Brussel en het Waalse deel tot bisschop en je bent klaar.

Dan zal je alleen nog een Waalse kerkprovincie hoeven op te richten en kan de ruzie beginnen of de aartsbisschop in Brussel moet zetelen, of in Luik of Doornik, die als bisdom veel oudere papieren hebben.

De financiële kwestie is veel interessanter. De Belgische staat betaalt op dit moment de salarissen van priesters en bisschoppen en een belangrijk deel van het onderhoud van de kerken.

Het weekblad Humo becijferde enkele weken terug dat de Kerk de Belgische belastingbetaler ongeveer een miljard euro per jaar kost. Daar zijn dan wel de katholieke ziekenhuizen en zorginstellingen bij inbegrepen, maar de salarissen van de priesters en pastoors worden alleen al op bijna honderd miljoen per jaar geschat.

Het is niet toevallig dat Humo in deze tijd probeert de werkelijke kosten van de rooms-katholieke Kerk in België te schatten. Vroeg of laat zal iemand daar vraagtekens bij gaan zetten, of België blijft bestaan of niet. Maar eens splitsing van het land zal de vraag over de verdeling van de kosten onvermijdelijk maken. Wat zullen het sterk geseculariseerde Vlaanderen en het nog sterker geseculariseerde Wallonië overhebben voor hun kerken?

woensdag 8 september 2010

Muilperen in de kerk

Mag je iemand slaan die op een oneerbiedige manier te communie gaat of moet je zo iemand verbaal tot de orde roepen? De laatste optie lijkt me de meest voor de hand liggende, maar Observatrix citeert in haar blog iemand die ook de eerste mogelijkheid open. Deze doet dat naar aanleiding van een incident waarbij een priester iemand die de hostie uitspuugde een dreun verkocht, waarna er een handgemeen volgde.

Dat toont al aan dat een liturgische variant van de pedagogische tik niet wenselijk is. De zaak escaleerde en het nieuws over het relletje dat erop volgde gaat op dit moment de hele wereld rond.

Volgens mij is het trouwens met de eerbied in de kerken beter gesteld dan vijftig jaar geleden. Toen moest er een suisse aan te pas komen met een sjerp met de tekst ‘Eerbied in Gods huis’. Uit notulen van kerkbesturen weet ik dat die er niet voor niets stond. Het was vooral achterin de stampvolle kerken behoorlijk onrustig.

Ook weet ik dat men als het moment daar was massaal de communiebanken bestormde. Er is me een geval bekend waarin een misdienaar die regelend moest optreden, tegen de grond werd geslagen. En dat was bepaald niet in een kerk in een achterbuurt.

Bij de praktische uitvoerbaarheid van de liturgische tik heb ik trouwens ook zo mijn vraagtekens. Wat doet een hoogbejaard pastoortje met een uit de kluiten gewassen achttienjarige? Mag de priester ook vrouwen slaan of moet hij hiervoor een beroep doen op een stevig gebouwde non? Waar halen we die vandaan? Wat te doen met een ettertje dat demonstratief zijn andere wang toekeert?

Vervolgens komt de vraag op of ook in andere gevallen geweld mag worden gebruikt, en hoe ver je daarin mag gaan. Mogen gelovigen een predikant die veel te lang preekt van de preekstoel slaan? Hoe zit het met mensen die aan zelfkastijding doen? Mogen die zich dan voor straf een tijdje niet slaan?

Als je eraan begint om nukkige pubers te slaan, waar houdt het dan op? We kunnen beter het voorbeeld nemen aan de manier waarop een soortgelijk incident zo’n tweeduizend jaar geleden werd beëindigd door het zwaard weer in de schede te steken.