Het is altijd een interessante ervaring om als journalist zelf nieuws te worden. Dat werd ik afgelopen zaterdag, zij het zijdelings.
BN/De Stem publiceerde een artikel over het verbod dat bisschop Van den Hende had uitgesproken tegen een gezamenlijke viering van eucharistie en avondmaal in de Laurentiuskerk in Breda. Nou ben ik toevallig lid van het parochiebestuur waar deze kerk onder valt.
Naar aanleiding van dit artikel en twee reacties die ik dankzij een twitter van Isidorusweb ontving, http://bit.ly/15vqfp http://bit.ly/E2FqN, kwam de vraag op of de polarisatie terug is in het bisdom Breda. Nu is het zo dat de achtereenvolgende bisschoppen de polarisatie hier redelijk binnen de perken hebben weten te houden. En ook nu is er meer sprake van een achterhoedegevecht dan van een confrontatie tussen twee vleugels binnen de kerk.
Zoals kardinaal Willebrands als zei: gezamenlijk vieren van de eucharistie is het doel van de oecumene. Voordat het zover is, moeten de katholieke en de protestantse kerk toenadering zoeken. Dat kan op vele manieren, alleen niet door eucharistie en avondmaal te combineren.
Dat is een redelijk argument en wat mij opviel, is dat de mensen, zoals die in BN/De Stem nu aan het woord komen, alle overleg afwijzen. Zelfs op een uitnodiging van de bisschop voor een gesprek gingen ze niet in. Deze mensen hebben zich rond 1970 ingegraven en willen nog steeds niet horen dat de oorlog voorbij is en dat er weer gepraat wordt.
Voor zover er zich polarisatie voordoet, is dat tussen de Kerk en groepen die, zoals BN/De Stem, zoeken naar argumenten om de Kerk als achterlijk en autoritair neer te zetten.
maandag 28 september 2009
donderdag 24 september 2009
Suïcidaal of gedesoriënteerd?
De Nederlandse kerkprovincie van de jaren 1970-1990 doet me meer denken aan een schip in een storm waarvan de bemanning ruzie maakt over de te volgen koers dan aan een zelfmoordenaar. Wie zichzelf van kant wil maken, ziet het niet meer zitten. De bemanning van het schip van de Nederlandse Kerk daarentegen, zag heel goed welke kant het op moest. Alleen was dat volgens sommigen bakboord en volgens anderen stuurboord.
Alle vergelijkingen gaan mank en daarom is het beeld dat mgr. Edward Cassidy opriep van zijn tijd als pro-nuntius in Nederland toch wel een nadere beschouwing waard. Als voorbijganger - hij kwam in 1984 uit Zuidelijk Afrika en ging in 1989 naar Rome - zag hij hoe de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie een wel heel radicale interpretatie kregen in Nederland. Gezien vanuit de wereldkerk is het inderdaad een raar gezicht dat een groepje katholieken dat slechts een fractie van het totale aantal uitmaakt, denkt de koers voor de wereldkerk te kunnen uitzetten.
Dat perspectief is een ander dan dat van degene die de situatie in Nederland van binnenuit kent, zoals mgr. Bär. Hij herkent zich niet in het beeld dat de bisschoppen een gezonde kerk te gronde zouden hebben gericht. Je kunt niet ontkennen dat er grote verdeeldheid heerste onder de Nederlandse bisschoppen, maar dat heeft niet aan mgr. Bär gelegen.
De manier waarop de ontkerkelijking in Nederland zich binnen de rooms-katholieke kerk heeft ontwikkeld is bijzonder, maar de ontkerkelijking op zichzelf niet. Overal in Europa doet dat verschijnsel zich voor, ook in Vlaanderen, waar dit jaar maar vijf nieuwe priesterstudenten zijn. Ter vergelijking: de opleiding van het bisdom Haarlem-Amsterdam telt er dit jaar elf. Zo droog is de bedding van de Nederlandse kerk blijkbaar toch niet. Blijkbaar zijn de Nederlandse bisschoppen er toch in geslaagd hun schip door de storm te loodsen en weer op koers te krijgen.
Alle vergelijkingen gaan mank en daarom is het beeld dat mgr. Edward Cassidy opriep van zijn tijd als pro-nuntius in Nederland toch wel een nadere beschouwing waard. Als voorbijganger - hij kwam in 1984 uit Zuidelijk Afrika en ging in 1989 naar Rome - zag hij hoe de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie een wel heel radicale interpretatie kregen in Nederland. Gezien vanuit de wereldkerk is het inderdaad een raar gezicht dat een groepje katholieken dat slechts een fractie van het totale aantal uitmaakt, denkt de koers voor de wereldkerk te kunnen uitzetten.
Dat perspectief is een ander dan dat van degene die de situatie in Nederland van binnenuit kent, zoals mgr. Bär. Hij herkent zich niet in het beeld dat de bisschoppen een gezonde kerk te gronde zouden hebben gericht. Je kunt niet ontkennen dat er grote verdeeldheid heerste onder de Nederlandse bisschoppen, maar dat heeft niet aan mgr. Bär gelegen.
De manier waarop de ontkerkelijking in Nederland zich binnen de rooms-katholieke kerk heeft ontwikkeld is bijzonder, maar de ontkerkelijking op zichzelf niet. Overal in Europa doet dat verschijnsel zich voor, ook in Vlaanderen, waar dit jaar maar vijf nieuwe priesterstudenten zijn. Ter vergelijking: de opleiding van het bisdom Haarlem-Amsterdam telt er dit jaar elf. Zo droog is de bedding van de Nederlandse kerk blijkbaar toch niet. Blijkbaar zijn de Nederlandse bisschoppen er toch in geslaagd hun schip door de storm te loodsen en weer op koers te krijgen.
maandag 7 september 2009
Interreligie
Anton de Wit trok weer ten strijde tegen de ‘interreligie’ van de ‘Kerk voor alle godsdiensten’. Het leverde een boeiende discussie op.
Dezer dagen wordt stilgestaan bij de honderdste geboortedag van kardinaal Willebrands, die zo belangrijk is geweest voor de oecumene. Maar zo’n kerk voor alle godsdiensten had hij maar niets gevonden, denk ik. Hij was voorstander van een werkelijke dialoog om tegenstellingen te overbruggen. Niet om ze te ontkennen.
Hij was dan ook tegen gemeenschappelijke avondmaalvieringen/eucharistievieringen van katholieken en protestanten: dat vond hij geen middel maar het uiteindelijke doel. Ook hier dus weer: de verschillen niet toedekken, maar bespreken.
Dezer dagen wordt stilgestaan bij de honderdste geboortedag van kardinaal Willebrands, die zo belangrijk is geweest voor de oecumene. Maar zo’n kerk voor alle godsdiensten had hij maar niets gevonden, denk ik. Hij was voorstander van een werkelijke dialoog om tegenstellingen te overbruggen. Niet om ze te ontkennen.
Hij was dan ook tegen gemeenschappelijke avondmaalvieringen/eucharistievieringen van katholieken en protestanten: dat vond hij geen middel maar het uiteindelijke doel. Ook hier dus weer: de verschillen niet toedekken, maar bespreken.
vrijdag 4 september 2009
De ontvluchte non - update
Die ontvluchte non blijft me dwarszitten. Het verhaal over de vernederingen die ze in het klooster onderging, kloppen met beschrijvingen van bijvoorbeeld Karen Armstrong. Maar de biechtvader die haar wil verleiden en het doden van kinderen passen daar niet in. Deze doen me meer denken aan eeuwenoude anti-katholieke propaganda.
Op forum.archieven.org wijst iemand op het boek ‘De zwarte non’ van Maria Monk. In een eerdere bijdrage zien we hoe het boek ‘Mijn kloosterleven’, dat van dezelfde schrijfster is als ‘De ontvluchte non’, op Antiqbook werd omschreven als ‘vaguely reminiscent of “Tale of Maria Monk”’.
Dit boek verscheen in de negentiende eeuw in de VS en werd graag gebruikt door anti-katholieke bewegingen. Ook hierin komen de verhalen over de geile biechtvader en de vermoorde kindjes voor. Het boek bleek van a tot z verzonnen. In het Nederlands verscheen het als ‘De zwarte non’.
Op forum.archieven.org wijst iemand op het boek ‘De zwarte non’ van Maria Monk. In een eerdere bijdrage zien we hoe het boek ‘Mijn kloosterleven’, dat van dezelfde schrijfster is als ‘De ontvluchte non’, op Antiqbook werd omschreven als ‘vaguely reminiscent of “Tale of Maria Monk”’.
Dit boek verscheen in de negentiende eeuw in de VS en werd graag gebruikt door anti-katholieke bewegingen. Ook hierin komen de verhalen over de geile biechtvader en de vermoorde kindjes voor. Het boek bleek van a tot z verzonnen. In het Nederlands verscheen het als ‘De zwarte non’.
De ontvluchte non
Archiefonderzoeker Eric Hennekam heeft het boek ‘De ontvluchte non’ op internet gepubliceerd. Het boek kwam uit in 1923 en werd verboden wegens haatzaaien. Binnenkort zet hij de tweede, herziene, uitgave op het net. Vooral die tweede uitgave lijkt me interessant want die is kennelijk niet verboden en bevat dus waarschijnlijk informatie die niet als laster kan worden afgedaan.
Het is mooi dat Hennekam dit boek heeft opgespoord, want er zijn maar weinig ex-kloosterlingen die het hebben aangedurfd om wantoestanden in kloosters naar buiten te brengen. U ziet dat ik schrijf ‘in kloosters’. De Vpro maakt er op /geschiedenis meteen ‘in de kloosters’. Als ze in Amsterdam dossiers over de Noord-Zuidlijn kwijtraken, dan zou ik niet meteen spreken van wantoestanden in het archiefwezen.
Hennekam noemt ook nog een andere publicatie met soortgelijke inhoud uit het eind van de negentiende eeuw. Ook dat boek is moeilijk te vinden, dus hier een tip over een vergelijkbaar boek waarvan de vijfde druk nog steeds gewoon in de winkel ligt. Het gaat om ‘Door de nauwe poort’ (‘Through the narrow gate’) van Karen Armstong (uitg. De Bezige Bij Isbn 9789023427476).
Verder is er veel archiefmateriaal te vinden waarin de oorzaken van dit soort wantoestanden worden beschreven. Vooral na de Tweede Wereldoorlog gaan religieuzen zelf dit soort toestanden melden aan oversten en bisschoppen. Dit leidde ertoe dat de paus in de jaren vijftig opdracht gaf tot een grootschalige reorganisatie van het kloosterleven.
Waarom is over de aanpak van die wantoestanden zo weinig bekend? Daar zijn diverse oorzaken voor. Een daarvan is dat kloosters heel terughoudend zijn met het openstellen van hun archieven. Je weet maar nooit of je te maken hebt met een onderzoeker die slechts uit is op smeuïge verhalen of die slechts naar bewijzen zoekt die zijn afkeer van religie ondersteunen. Voor je het weet, ben je opgehangen met het touw dat je zelf geleverd hebt.
Het is mooi dat Hennekam dit boek heeft opgespoord, want er zijn maar weinig ex-kloosterlingen die het hebben aangedurfd om wantoestanden in kloosters naar buiten te brengen. U ziet dat ik schrijf ‘in kloosters’. De Vpro maakt er op /geschiedenis meteen ‘in de kloosters’. Als ze in Amsterdam dossiers over de Noord-Zuidlijn kwijtraken, dan zou ik niet meteen spreken van wantoestanden in het archiefwezen.
Hennekam noemt ook nog een andere publicatie met soortgelijke inhoud uit het eind van de negentiende eeuw. Ook dat boek is moeilijk te vinden, dus hier een tip over een vergelijkbaar boek waarvan de vijfde druk nog steeds gewoon in de winkel ligt. Het gaat om ‘Door de nauwe poort’ (‘Through the narrow gate’) van Karen Armstong (uitg. De Bezige Bij Isbn 9789023427476).
Verder is er veel archiefmateriaal te vinden waarin de oorzaken van dit soort wantoestanden worden beschreven. Vooral na de Tweede Wereldoorlog gaan religieuzen zelf dit soort toestanden melden aan oversten en bisschoppen. Dit leidde ertoe dat de paus in de jaren vijftig opdracht gaf tot een grootschalige reorganisatie van het kloosterleven.
Waarom is over de aanpak van die wantoestanden zo weinig bekend? Daar zijn diverse oorzaken voor. Een daarvan is dat kloosters heel terughoudend zijn met het openstellen van hun archieven. Je weet maar nooit of je te maken hebt met een onderzoeker die slechts uit is op smeuïge verhalen of die slechts naar bewijzen zoekt die zijn afkeer van religie ondersteunen. Voor je het weet, ben je opgehangen met het touw dat je zelf geleverd hebt.
Abonneren op:
Posts (Atom)