vrijdag 29 mei 2009

Een antwoord op alle vragen

Tenminste, op alle vragen van Boele Ytsma

1. Hoe vindt de kerk opnieuw een relevante functie in een tijd van overvloed van religieus en spiritueel aanbod terwijl ze lange tijd gewend was aan een sterk monopolie?

Is dat aanbod werkelijk zo groot? Binnen de sector van religie en spiritualiteit in Nederland de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerk in Nederland nog steeds de grootste spelers. Daar is nu de islam bij gekomen, maar die heeft een heel eigen marktaandeel. Het probleem is niet dat het aanbod aan spiritualiteit en religiositeit groter is geworden, maar dat deze factoren een veel kleinere rol speelt in de maatschappij dan vroeger.
2. Hoe kan de kerk functioneren in een tijd van dynamische netwerken en sociale interactie, terwijl ze tot nu voornamelijk functioneert langs de lijnen van hiërarchie en organisatie?

Dynamische netwerken en sociale interactie zijn geen nieuwe verschijnselen. Ook tijdens de Reformatie verspreidden nieuwe ideeën zich langs deze wegen. Die interacties speelden zich vooral af in steden die veel contacten met elders hadden. Havensteden zoals Antwerpen dus. En welke ideeën kregen daar aanhang van betekenis? Die van de calvinisten, want zij waren het beste georganiseerd. De katholieke kerk kon pas weer een rol gaan spelen toen zij zich gereorganiseerd had (en de Spanjaarden de stad hadden veroverd natuurlijk).
3. En tenslotte: hoe kan de kerk acteren in een tijd die zich razendsnel ontwikkelt, terwijl de bestaande organisatie vaak wordt gestuurd door trage processen en uitgaat van een stabiele samenleving?

Het gevoel in een tijd te leven waarin alles razendsnel verandert, is van alle tijden. Dat wil niet zeggen dat er tijden zijn waarin de maatschappij razendsnel verandert. Alleen worden de consequenties pas na jaren duidelijk. De kerk heeft wel meer crises meegemaakt en is daar nooit uitgekomen door zich paniekerig proberen aan te passen, maar door zich te bezinnen op haar uitgangspunten en doordacht te werk te gaan.

dinsdag 26 mei 2009

Pius XII en de Kroaten

Je mag een boek niet beoordelen op grond van de omslag. Maar aan de andere kant: hoe maak je dan een selectie uit het enorme aanbod.

Nu is er weer een boek verschenen over paus Pius XII: Henk Jurgens: ‘Vluchten via het Vaticaan. Waarom Pius XII niet Zalig (sic) verklaard wordt'. Uitg. Aspekt 2009. ISBN: 9789059116740.

Het boek gaat over de hulp die het Vaticaan gaf aan oorlogsmisdadigers die na de Tweede Wereldoorlog naar Argentinië en de Verenigde Staten vluchtten. Maar ook de steun die Pius XII gaf aan de Kroaten komt aan de orde. Die hadden in Joegoslavië een onafhankelijke staat uitgeroepen en verdreven en vermoordden de Serviërs die zich in dit gebied bevonden.

Volgens de flaptekst van het boek steunde Pius XII de Kroaten ‘onvoorwaardelijk’. ” Ter ondersteuning van de Kroatische fascisten stuurde Pius XII, die volledig op de hoogte was, zijn biechtvader.”

Als dat klopt, zou het Vaticaan de Kroatische staat erkend moeten hebben. Dat zou dan een nieuw feit zijn, want voor zover bekend is dat nooit gebeurd. Verder lijkt het heel wat dat de paus zijn biechtvader stuurt, maar die had uitdrukkelijk niet de status van diplomatiek vertegenwoordiger. De Kroatische leiders waren woedend.

Of toch niet? Zou dit boek echt de geschiedenis op zijn kop zetten? Ik vermoed van niet.

maandag 25 mei 2009

Louis Toebosch overleden

Vrijdag 22 mei is de componist Louis Toebosch overleden. Zijn dochter maakte dat zondag via het ANP bekend. Toebosch was 93 jaar.

Louis Toebosch was niet alleen componist, maar ook organist en dirigent. Van 1940 tot 1964 was hij dirigent/organist van de Sacramentskerk in Breda. Hij legde daar de basis voor de huidige kerkmuzikale cultuur in deze kerk.

Bij zijn aantreden trof hij er een goed koor aan: het Sacramentskoor dat al landelijk bekend was. Toebosch zette het klassieke romantische repertoire overboord en koos consequenter dan zijn voorganger voor de klassieke polyfonie van componisten als Palestrina. Daarnaast introduceerde hij het werk van eigentijdse Nederlandse componisten als Hendrik Andriessen.

Aanvankelijk stuitte dit op verzet bij zijn koorleden en bij de parochianen. Tegenwoordig is de keuze voor deze muziek echter onomstreden: deze vormt nog steeds het hart van het repertoire van het Sacramentskoor, dat net als in de tijd van Toebosch de traditionele samenstelling van jongens en mannen heeft gehandhaafd.

Tot zijn oeuvre behoren enkele missen en bewerkingen van traditionele Nederlandse kerstliederen. Typerend is het arrangement dat hij schreef voor ‘Stille nacht’. Aanvankelijk weigerde hij deze in zijn ogen waardeloze muziek uit te voeren, maar onder zware druk ging hij toch akkoord. Hij maakte er een geraffineerde compositie van, maar stopte er zo veel dissonanten in dat het bij één uitvoering bleef.

Toebosch trof in 1940 in de Sacramentskerk ook een Hammond-orgel aan. Daar was hij veel minder over te spreken dan over het koor van de kerk. Op zijn initiatief werd in 1958 een orgel in gebruik genomen, gebouwd door de firma Flentrop. Na het orgel van de Grote Kerk is dit het grootste orgel in Breda en het geniet onder kenners net als het koor landelijke faam.

Aan de carrière van Toebosch als koordirigent en kerkorganist kwam in 1964 een einde. Hij kon zich niet verenigen met de gevolgen die de vernieuwing van de liturgie voor de kerkmuziek had. In de muziek van Bernard Huijbers en de teksten van Huub Oosterhuis zag hij niets. Hij weigerde dan ook ‘die liedjes van die uitgetreden paters’ uit te voeren en een plaats in te ruimen voor de volkszang.

Toebosch was geen conservatieve katholiek, maar op de eerste plaats een musicus. De nieuwe ontwikkelingen hadden hem niets meer te bieden en zo raakte hij vervreemd van de kerk. Hij had niets meer met dit instituut, verklaarde hij in een interview met het Brabants Dagblad in 2006.

Zijn opvolger Walther Cantrijn slaagde er wel een een synthese te vinden tussen de nieuwe liturgie en de oude kerkmuziek, onder het motto ‘onderzoek alles en behoud het goede’. Zo is het goede dat Louis Toebosch aan de kerkmuziek heeft bijgedragen bewaard gebleven.

Zie ook het Brabants Dagblad

zaterdag 23 mei 2009

Het mysterie

Jomanda staat dezer dagen terecht, al is ze zelf niet bij het proces aanwezig. “Ze had het lef niet”, zei de officier van justitie, aldus Trouw. Zelf zal ze het wel op een ‘ingeving van boven’ houden.

Dergelijke media zijn de laatste tijd vaker in de media te vinden. Bijvoorbeeld Gabriela Gaastra die Karst T. ‘bejubelde’ omdat hij een aantal mensen naar de andere wereld had geholpen. Of zoiets.

Filosoof en journalist Anton de Wit weet dit soort onzin scherpzinnig te ontmaskeren. Lees bijvoorbeeld zijn blog over Gaastra maar eens.

Eerder nam hij ‘The Secret’ (‘Het geheim’) op de korrel. In het kort de boodschap van dit boek: als je maar positief denkt, dan gaat alles goed met je. Een van de consequenties is dat je zieke mensen moet mijden. Dat levert alleen maar negatieve gedachten op.

De Wit heeft nu een boek gepubliceerd dat hij het ‘Het mysterie. De echte weg naar wijsheid het geluk’ noemde. Een duidelijke verwijzing naar ‘Het geheim’. Het ligt in de boekhandels bij de afdeling esoterie en dat is ook precies zijn bedoeling. Wie het boek leest, krijgt inderdaad een recept voor een gelukkig leven, gebaseerd op een filosofie.

Zonder het expliciet te zeggen, baseert De Wit zijn filosofie op het christendom. Hij gaat spaarzaam om met het noemen van God en Christus. Toch is hij, zoals hij zelf zegt, ‘orthodox katholiek’. Zijn orthodoxie biedt zekerheid en laat ruimte voor twijfel.

Wie denkt in het boek een simpele weg te vinden naar wijsheid en geluk, zal teleurgesteld zijn. Misschien gaan er wel mensen boos met het boek terug naar de boekwinkel. De boekverkoper zou ik aanraden om het dan maar in te ruilen voor een exemplaar van ‘Het geheim’. Maar wie echt geïnteresseerd is in een vorm van spiritualiteit waarin niet het ‘ik’, maar de ander centraal staat, kan ik het boek alleen maar aanraden.

Je hoeft vervolgens niet meteen katholiek te worden, maar het kan geen kwaad.

Anton de Wit, Het mysterie. De echte weg naar wijsheid en geluk. Tielt: Lannoo 2009. Isbn 978 90 209 8262 6. € 14,95.

woensdag 20 mei 2009

Misbruik op Ierse scholen.

Vandaag kwam het rapport uit waaruit blijkt dat Ierse religieuzen verantwoordelijk zijn voor jarenlang systematisch misbruik van duizenden kinderen. Uit de samenvatting van het rapport die te lezen is op de website van de BBC blijkt dat de oorzaak onder meer ligt in het negentiende-eeuwse schoolsysteem dat nooit is aangepast. Ook de controle door de onderwijsinspectie faalde volkomen.

De vraag hoe het mogelijk is dat religieuze congregaties zich hieraan schuldig hebben gemaakt, komt voor zover ik kan zien niet aan de orde. Toch is dat van belang want veel mensen zullen zich afvragen hoe dit te rijmen valt met het feit dat dergelijke congregaties zo veel goed werk hebben gedaan en nog steeds doen.

Naar mijn idee heeft dit te maken met de problemen waarmee veel actieve congregaties rond het midden van de vorige eeuw te maken kregen. De terreinen waarop ze werkzaam waren, het onderwijs en de ziekenzorg, kenden een enorme groei. Het aantal roepingen begon toen echter al terug te lopen. Sommige congregaties werden minder kritisch met het aannemen van nieuwe leden.

Maar ook was er een cultuur ontstaan die blinde gehoorzaamheid afdwong en die mensen inpeperde, zowel de religieuzen zelf als degenen die aan hun zorg waren toevertrouwd, dat ze niets waard waren. Dat is iets dat duidelijk in het rapport naar voren komt. Karen Armstrong heeft die cultuur beschreven in haar boek over haar tijd in het klooster ‘Through the Narrow Gate’ (‘Door de nauwe poort’).

Ook was er wantrouwen tegenover kennis. Zusters en broeders die wilden studeren, werden door de leiding met argusogen gevolgd. Ze zouden zich hun kennis eens meer waard gaan voelen. Daardoor werd de vernieuwing in hun scholen en ziekenhuizen belemmerd.

Kritische religieuzen lichtten de bisschoppen in over de wantoestanden en het was paus Pius XII die naar aanleiding van hun bevindingen opdracht gaf tot een reorganisatie van het religieuze leven. Congregaties waar iets mis was, werden onder toezicht gesteld. In Nederland heeft de karmeliet Jan van Galen veel van die veranderingsprocessen geleid.

Met Van Galen, die inmiddels overleden is, had ik een jaar of tien geleden enkele gesprekken. Hij vertelde me onder meer hoe hij opdracht gaf om in de ‘cellen’ van de zusters van een congregatie een waterleiding aan te leggen. Tot dan toe moesten ze zich behelpen met een lampetkan. Trots bracht hij verslag uit van zijn vorderingen bij de Congregatie voor de Religieuzen in Rome.

Daar was men niet onder de indruk. Had hij gecontroleerd of die nieuwe wastafels wel gebruikt werden? Nee, dat had hij niet.

Bij zijn terugkeer in Nederland bleek inderdaad dat de zusters de kranen niet mochten gebruiken. “Wij willen onze zusters niet de gelegenheid ontnemen zich te versterven”, verklaarde het hoofdbestuur. “Het is de enige keer in mijn leven dat ik kwaad ben geworden”, zei Van Galen me. Hij beval dat de zusters zich voortaan met water uit de kraan mochten wassen en zo niet, dan had hij de bevoegdheid om het hele bestuur af te zetten.

Deze extreem starre manier van denken was typerend voor met name enkele grotere congregaties. In de meeste landen is hiertegen opgetreden en hebben controle door kerkelijke en wereldlijke overheid en hervormingsgezinde krachten van binnen uit voorkomen dat de zaken zo systematisch uit de hand liepen. In Ierland is dat kennelijk niet gebeurd.

zaterdag 16 mei 2009

De Refo-enclave's

Dezer dagen in Trouw twee artikelen over de zogeheten Bible belt, die van Zeeland tot Overijssel door ons land loopt. Orthodox-protestanten trekken zich steeds meer terug in deze gebieden, in de stad hebben ze niets meer te zoeken. Dat vindt tenminste godsdienstsocioloog en oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad Chris Janse. Hij vond overigens zelf dat zijn woorden niet goed zijn weergegeven: zie de discussie na het artikel.

Anderzijds zoeken niet-orthodoxe inwoners van het gebied naar middelbare scholen voor hun kinderen waar moderne literatuur niet wordt geweerd en waar tv-kijken geen taboe is. Zulke scholen vind je in een plaats als Barneveld niet, zo blijkt.

Als dit klopt, is dat een merkwaardig verschijnsel. De Nederlandse Bible belt ontstond in de negentiende eeuw. Daar wisten de orthodoxe protestanten zich efficiënt te organiseren. Nu lijkt het een gebied waarin ze zich uit een steeds minder religieuze maatschappij terugtrekken, waardoor in dit gebied zelf de tegenstellingen met de niet-orthodoxe bevolking groeit.

donderdag 7 mei 2009

De kardinaal en de komiek

Vrijdag 1 mei was op Canvas een programma te zien waarbij kardinaal Danneels en Urbanus samen aan tafel zaten. De meeste aandacht ging uit naar de kardinaal die zeer ontspannen reageerde, ook toen hij zich nogal pijnlijk versprak. Pas aan het eind van het fragment zien we hem een waarschuwende vinger opsteken tegen Urbanus.

Fragment 1

Tijdens het gesprek werd ook duidelijk hoe het nu zat met die beruchte persconferentie na de verkiezing van paus Benedictus XVI waaruit velen afleidden dat Danneels niet gelukkig was met de keuze en dat hij zelf deze hoge post had geambieerd.

Fragment 2

De kardinaal durft de confrontatie dus best aan. Dat blijkt ook uit de tentoonstelling De Hemel in Tegenlicht die momenteel in Mechelen te zien is en waaraan Danneels in het kader van het 450-jarig bestaan van het aartsbisdom Mechelen heeft meegewerkt. Ik heb hierover geschreven in het Katholiek Nieuwsblad en mijn conclusie was dat deze niet-kerkelijke tentoonstelling toch recht deed aan de getoonde religieuze voorwerpen en hun betekenis.

Een lezer van het KN was het daar niet mee eens en vond dat het aartsbisdom nooit medewerking had mogen verlenen aan de tentoonstelling. Ik proefde uit zijn reactie dat hij vindt dat kerkelijke kunst alleen binnen de kerkmuren getoond mag worden en niet in een andere context thuishoort.

Dat lijkt me niet in de geest van kardinaal Danneels, zoals hij zich afgelopen vrijdag op tv presenteerde. Hij durft die confrontatie wel aan. De enige vraag waarmee ik bleef zitten was: als hij tot paus zou zijn gekozen, zou hij zich dan Urbanus IX hebben genoemd?